Crimineel gedrag

Prinsjesdag
Wat is Prinsjesdag?
Welke twee onderwerpen zullen het meeste aandacht krijgen?

Onderzoek: vertrouwen in kabinet  - cijfer
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Prinsjesdag
Wat is Prinsjesdag?
Welke twee onderwerpen zullen het meeste aandacht krijgen?

Onderzoek: vertrouwen in kabinet  - cijfer

Slide 1 - Tekstslide

Crimineel gedrag 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Lombroso-theorie
Italiaanse gevangenisarts: Cesare Lombroso (1835-1909)
Crimineel gedrag is erfelijk bepaald - Overgebleven uit een eerdere fase van de evolutie. Crimineel gedrag komt alleen voor bij primitieve mensen. In de loop van de tijd verdwijnt crimineel gedrag daarom. 
Herkennen crimineel: asymmetrisch gezicht, hoge jukbeenderen, doorlopende wenkbrauwen en afwijkende oren. 
Theorie gebaseerd op schedelonderzoek bij gevangenen. 
Criminele hebben geen schuld: geen lijfstraffen, maar behandeling.

Slide 4 - Tekstslide

Lombroso
'Criminelen'

Slide 5 - Tekstslide

Rationele-keuzetheorie
Economische theorie: ieder individu kiest voor zichzelf de meeste gunstige optie. Een mens is rationeel en weegt voor- en nadelen af. Bij een kleine pakkans wordt de neiging tot stelen groter.
Niveau van criminaliteit wordt bepaald door:
1. Aanwezigheid potentiële daders
2. Aanwezigheid geschikte doelwitten
3. Afwezigheid van voldoende sociale bewaking 

Slide 6 - Tekstslide

Sociobiologische-theorie
Van Bioloog Edward Wilson.
Menselijk gedrag wordt minstens zo sterk bepaald door genetische (erfelijke) factoren als door opvoeding. Het is een wisselwerking tussen sociale en biologische factoren. 

Slide 7 - Tekstslide

Bindingstheorie
Door criminoloog Travis Hirschi.
Ieder mens is voor een deel tot het slechte geneigd. In ieder schuilt een misdadiger.
De meesten gedragen zich netjes omdat zij bindingen hebben die zij niet op het spel willen zetten. Mensen met weinig of geen bindingen hebben zullen eerder toegeven aan onmaatschappelijk gedrag. 
Er is meer sociale controle nodig om maatschappelijke bindingen te versterken en criminaliteit te bestrijden. 

Slide 8 - Tekstslide

Psychoanalyse
Van Sigmund Freud.
Er is een verband tussen crimineel gedrag en een storing in de psyche. 
De psyche bestaat uit de Id, Ego en Superego.
Bij verstoring in de balans kan afwijkend/crimineel gedrag ontstaan.
Id: onderbewuste - instinctieve driften als agressie
Ego: bewuste - groei met volwassenheid
Superego: geweten - gevoelens

Slide 9 - Tekstslide

Aangeleerd gedragstheorie
Van socioloog: Edwin Sutherland
Deed onderzoek in achterstandswijken in Chicago.
Conclusie: Crimineel gedrag is aangeleerd. Intensief contact van jongeren met criminelen geeft grote kans op ook crimineel gedrag. 
Criminele verschillen niet veel van 'mensen'. Er zijn geen afwijkende persoonlijkheidskenmerken. Ze hebben dezelfde doelen in het leven.
Verschil: Er is verkeer gedrag aangeleerd. 

Slide 10 - Tekstslide

Anomie theorie
Door socioloog Robber Merton.
Anomie = Niet volgens de gangbare, wettelijke regels 
Mensen vertonen eerder crimineel gedrag als ze niet slagen in het behalen van hun levensdoelen. Zij grijpen dan naar illegale of strafbare middelen om toch de gewenste welvaart te krijgen.

Slide 11 - Tekstslide

Etiketeringstheorie
Door socioloog Howard Becker.
Sociale afwijzingen van mensen zijn de oorzaak van crimineel gedrag. 
Wanneer mensen het 'etiket' crimineel opgeplakt krijgen, geeft dit een stimulans zich zo te gedragen. 
Bestraffing leidt eerder tot meer afwijkend gedrag. 

Slide 12 - Tekstslide