WK41 2B, korte les, Chapter 1 I (grammar)

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

1. Ga rustig zitten

2. Pak je spullen:

Stepping Stones

Schriften en etui

Tas op de grond

3. Maak de taak in je vocabulary notebook.

Taak bij binnenkomst:

Schrijf de op:

woordjes van Theme Words H:The weather (p.70)

Today's goals

I can make questions about the past.

Road map

• Warm-up

• Review
• Looking ahead

Grammar explanation (M+H)	Grammar explanation (M+H)
Work on tasks	Grammar explanation (H)
Additional instruction	Work on tasks

Chapter 1 Grammar 2A & B

Warm-up        past simple

Wat weet je nog van de verleden tijd in het Engels?

Bespreek met de persoon naast je:

• Wanneer gebruik je het?
• Hoe vorm je het?
• Verschil tussen regelmatig en onregelmatig?
• Geef een voorbeeld

Past Simple 

Gebruik: iets is in het verleden gebeurd en nu afgelopen

Vorm: WW + -ed 

OF: Onregelmatige WW              leren!

I went to school yesterday

I slept in this morning 

He walked to school in 2002 

Past Simple - Vragen stellen

Met het werkwoord to be / can          zet in de verleden tijd

was / were / could           aan het begin van de zin:

Was he asleep? 

Were they at school last week?

Could you leave class early?

Vragen in de tegenwoordige tijd

Weet je nog? 

He plays soccer every day.                                   They love chocolate.

Does he play soccer every day?                        Do they love chocolate?

                  je gebruikt een hulp WW (do/does)

Past Simple - Vragen

Bij andere werkwoorden gebruik je het hulp werkwoord to do in de verleden tijd             did

Did + onderwerp + HELE WW

Did he sleep?

Did we do that?

Met did heb je de zin al in de verleden tijd gezet en gebruik je daarna het hele WW

Vragen met WH-words

When/where/how/why

Je zet het vraagwoord (WH-word) aan het begin van de zin:

Where were you on Saturday?
How did you do on the test?

When did you travel to Johannesburg?

Tasks

(mavo) p. 64: oefeningen 56-58

Verwachtingen:

• werk in stilte
• na de uitleg voor havo weer tijd voor vragen

(H) Do you remember?

Present continuous: to be + verb+ing

I am running

he is walking

you are sailing

How to put this in the past tense....

(H) Past continuous

Past simple: action happened in the past (now finished)

Past continuous: events in the past that were happening for a while:

I was running

he was walking

you were sailing

(H) Questions and negations in the past continuous

I was running.

Question: Was I running?

Negation: I wasn't running.

You were sailing.

Question: Were you sailing?

Negation: You weren't sailing.

Tasks

(mavo) p. 64: oefeningen 56-58

(havo) p. 68: oefeningen 53-54, maak ook de mavo oefeningen

Werk tot 8.50, dan aanmelden in LessonUp

Lesdoel behaald?
Ik snap hoe ik vragen kan stellen met de past

Ja

Nee

Een beetje

Looking ahead

Moet af zijn:

Mavo: p. 64: oefeningen 56-58

Havo: p. 68: oefeningen 53-54, maak ook de mavo oefeningen

Donderdag: ontkenning in de verleden tijd