LWP2a Ik als waarnemende dienstverlener

waar denk jij aan?
''Schoonmaak taken'' m.b.t.
Wonen en Huishouden

1 / 15
volgende
Slide 1: Woordweb
Wonen & HuishoudenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

waar denk jij aan?
''Schoonmaak taken'' m.b.t.
Wonen en Huishouden

Slide 1 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Maak jij op stage wel eens schoon?
Ja
Nee
Soms
Nooit

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Welk onderdeel van schoonmaken heb je tot nu toe het vaakst gedaan?
Stofzuigen
Stofwissen
Dweilen/ moppen
Prullenbak legen/ schoonmaken
Koelkast schoonmaken
Tafels en stoelen afnemen
Aanrecht en fornuis schoonmaken
Anders...

Slide 3 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat maak je allemaal schoon als je het INTERIEUR (huishoudelijk) reinigt?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat maak je allemaal schoon als je het SANITAIR reinigt?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is een MICROVEZEL werkdoek?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Interieur
Sanitair

Slide 7 - Sleepvraag

Antwoord:

Rood: Sanitair
Blauw: Interieur
Groen: Vloeren
Geel: Keuken / Desinfectie
Wat is de juiste volgorde van vloeronderhoud?
1 (eerste)
2 (tweede)
3 (laatste)

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Om het beste resultaat te bereiken bij schoonmaken moet je het juiste schoonmaakmiddel kiezen. Schoonmaakmiddelen kun je indelen in vier groepen:
  1. Reinigingsmiddelen
  2. Onderhoudsmiddelen 
  3. Desinfecteermiddelen 
  4. Oplosmiddelen 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schoonmaakmiddelen kun je indelen in vier groepen. Noteer deze vier groepen.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebruik jij voor het schoonmaken van een vet fornuis?
A
Chloor
B
Vetoplosser
C
Azijn
D
Glassex

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van onderhoudsmiddelen?
A
Dat materialen glanzen.
B
Dat materialen niet meer roesten.
C
Dat materialen geen bacterie meer bevatten.
D
Dat materialen een extra beschermlaagje krijgen.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zorgen desinfecteermiddelen voor?
A
Dat alles schoon blijft
B
Dat alle vlekken worden verwijderd
C
Dat alles glanst
D
Dat de meeste micro-organismen doodgaan.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn voorbeelden van oplosmiddelen?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

én ook ouderen niet met bijvoorbeeld dementie!!!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies