Paragraaf 4.2 smeltpunt en kookpunt

Smeltpunt en kookpunt
Wat zijn het, hoe werkt het?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Smeltpunt en kookpunt
Wat zijn het, hoe werkt het?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat neem je op tafel
  • Werkboek A
  • Binas
  • Aantekeningenschrift
  • pen
  • rekenmachine

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
1. Herhaling
2. Leerdoelen
3. Uitleg
4. zelfstandig werken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling, je kent/kunt
  1.  het verschil is tussen een mengsel en een zuivere stof .
  2. verschillende scheidingsmethodes benoemen.
  3. beschrijven wat er met de moleculen gebeurt als je een stof zuivert.
  4. Je kunt vijf stofeigenschappen benoemen en stoffen daarmee van elkaar onderscheiden.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen, Je kunt
  1. stoffen van elkaar onderscheiden op basis van hun fase bij kamertemperatuur (Binas).
  2. het smeltpunt en kookpunt van een stof aflezen uit een temperatuur-tijddiagram.
  3. beschrijven wat er in een vloeistof gebeurt als de stof aan het koken is.
  4. uitleggen waarom je bij het kookpunt ook de luchtdruk moet vermelden.
  5. uitleggen wat wordt bedoeld met ‘het kooktraject van een mengsel’. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

stoffen van elkaar onderscheiden op basis van hun fase bij kamertemperatuur 

Slide 6 - Tekstslide

Het gas is lucht, het vloeibare witte is melk, en de vaste witte stof is suiker
Vluchtige stof, zoals benzine en spiritus

Slide 7 - Tekstslide

Sommige vloeistoffen verdampen heel snel, dit noemen we vluchtige stoffen. Benzine rekenen we hier onderandere onder. 

stoffen die je heel erg "ruikt" zijn vaak heel vluchtig. Je ziet de damp niet, maar je ruikt het wel.

Fenomeen spiritus
het smeltpunt en kookpunt van een stof aflezen uit een temperatuur-tijddiagram.

Slide 8 - Tekstslide

Smeltpunt/stolpunt en kookpunt staan in Binas. Het zijn stofeigenschappen. 

In de vloeibare fase ontstaat er ook al waterdamp, dit is wel vele malen minder dan tijdens het koken. 

Als je een vloeistof verwarmt, zal hij bij een bepaalde temperatuur gaan koken. Je ziet dan overal in de vloeistof dampbellen ontstaan. De vloeistof verdampt dan niet alleen aan het vloeistofoppervlak zoals bij ‘gewoon’ verdampen, maar overal in de vloeistof. 

Tijdens het smelten en koken gaat alle energie (warmte) die je in de stof stopt in het smelten of verdampen van de stof. De stof wordt tijdens dit proces dus niet warmer! Hij neemt wél energie op!

 kookpunt en  luchtdruk 

Hoe komt het dat je aardappelen minder snel gaar worden als je in de bergen kookt?

Slide 9 - Tekstslide

De hoogte van het kookpunt is afhankelijk van de luchtdruk. Hoe hoger de luchtdruk, des te hoger het kookpunt. Dat komt doordat er zich minder gemakkelijk dampbellen vormen als de druk op de vloeistof groter is. Meestal wordt het kookpunt van een stof opgegeven bij een ‘standaard’ luchtdruk van 1000 mbar (100 kPa).

Dus hoe hoger je komt, hoe minder druk, hoe sneller het water kookt. 

Je aardappelen worden dan wel minder snel gaar!

Koken onder hoge druk
De hoogte van het kookpunt is afhankelijk van de luchtdruk. Hoe hoger de luchtdruk, des te hoger het kookpunt. Dat komt doordat er zich minder gemakkelijk dampbellen vormen als de druk op de vloeistof groter is. 
Hier kun je in de keuken gebruik van maken

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Smelt- en kooktraject

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'het kooktraject van een mengsel'

Slide 13 - Tekstslide

Mengsels van vloeistoffen hebben geen kookpunt, maar een kooktraject. Het kooktraject van wijn loopt van 80 tot 100 °C (figuur 5). Als de wijn bij 80 °C begint te koken, verdwijnt de alcohol het eerst uit de vloeistof. Later, als de temperatuur in de richting van 100 °C gaat, verdampt er steeds meer water. De alcohol is dan al grotendeels uit de vloeistof verdwenen.
destilleren
Twee vloeistoffen in een mengsel met
duidelijk verschil in kookpunt. 
 Toegepast bij:
* oplossingen
* suspensies

>  de stof met het hoogste kookpunt blijft over in de destillatiekolf en noem je residu

Slide 14 - Tekstslide


> de stof met het laagste kookpunt verdampt, gaat door de koeler waar de stof weer condenseert en komt vervolgens in de erlenmeyer terecht. de stof met het laagste kookpunt noem je destillaat. dit is wat je wilt verkrijgen met destilleren.
Destilleren
vb: wijn is een mengsel van 88% water en 12% alcohol.
kpt alcohol: 78 oC
kpt water: 100 oC

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen, Je kunt
  1. stoffen van elkaar onderscheiden op basis van hun fase bij kamertemperatuur (Binas).
  2. het smeltpunt en kookpunt van een stof aflezen uit een temperatuur-tijddiagram.
  3. beschrijven wat er in een vloeistof gebeurt als de stof aan het koken is.
  4. uitleggen waarom je bij het kookpunt ook de luchtdruk moet vermelden.
  5. uitleggen wat wordt bedoeld met ‘het kooktraject van een mengsel’. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 2 dingen op die je deze les geleerd hebt.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je nog tips of tops voor mij? Schrijf ze maar op.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies