TALENT 5 : Thema 1, les 3 : Graag Aangename Straffen ! (woordenschat)

TALENT 5
Thema 1, les 3 : 
Graag aangename straffen !
Woordenschat
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsLager onderwijs

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

TALENT 5
Thema 1, les 3 : 
Graag aangename straffen !
Woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van de les
- Woordenschat begrijpen
- Zeggen of het een fictie of non-fictie tekst is
- Weten hoe het hoofdpersonage zich voelt

Slide 2 - Tekstslide

Tekst deel 1 + 2

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent 'de draak met iemand steken'?
A
Iemand groeten met een knuffel
B
Iemand helpen in moeilijke tijden
C
Iemand plagen of belachelijk maken
D
Iemand negeren in een gesprek

Slide 4 - Quizvraag

Is 'de draak met iemand steken' positief?
A
Ja, het is altijd positief
B
Nee, het is neutraal
C
Ja, het toont vriendschap
D
Nee, het is meestal negatief

Slide 5 - Quizvraag

Welke 3 woorden gebruikt Juf Veronique voor de 'slechteriken' van haar klas ?

Slide 6 - Open vraag

'Ik geef mijn ontslag'
Wat betekent het woord 'ontslag'?
A
Een promotie
B
Dat je je baan kwijt bent of zelf weggaat
C
Een soort vakantie
D
Een contractverlenging

Slide 7 - Quizvraag

Hoe staat het in de tekst :
'ze is heel erg boos'

Slide 8 - Open vraag

Wat is hier het juiste voorbeeld van een retorische vraag?
A
Wie gelooft dat nog?
B
Wat is je naam?
C
Waar woon je?
D
Waarom zou ik dat doen?

Slide 9 - Quizvraag

Hoe herken je een retorische vraag?
A
Het heeft geen antwoord nodig.
B
Het vraagt om nadenken.
C
Het is een ja/nee vraag.
D
Het is een directe vraag.

Slide 10 - Quizvraag

Hoe staat het in de tekst
'heel erg veel tranen' ?

Slide 11 - Open vraag

Tekst deel 3

Slide 12 - Tekstslide

'Neem een half dagje vrij, ik spring wel even in.'
Welke betekenis 'ik spring wel even in' is NIET juist hieronder ?
A
Ik ga tijdelijk helpen
B
Ik help even
C
Ik neem het over
D
Ik ga op vakantie

Slide 13 - Quizvraag

'Kom, kom', sust hij.
Wat betekent 'iemand sussen'?
A
Iemand negeren
B
Iemand rustig maken
C
Iemand kalmeren
D
Iemand beledigen

Slide 14 - Quizvraag

'De directeur reikt haar de doos met papieren zakdoekjes aan.'
Wat is een synoniem voor 'aanreiken'?
A
kalmeren
B
verliezen
C
aangeven
D
aannemen

Slide 15 - Quizvraag

Hoe heet het geluid dat geitjes maken ?

Slide 16 - Open vraag

Hoe staat het in de tekst ?
'Ze is zeker van haar beslissing.'

Slide 17 - Open vraag

Doelen van de les
Hoe ging dit voor jou ? 

- Woordenschat begrijpen
- Zeggen of het een fictie of non-fictie tekst is
- Weten hoe het hoofdpersonage zich voelt

Slide 18 - Tekstslide