Herhaalles leerjaar 3 toets 1

Herhaalles
Leerjaar 3 toets 1
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Herhaalles
Leerjaar 3 toets 1

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht powerpoint
  • Welke vormen van shock kunnen er ontstaan bij de verschillende vormen van acute buik? 
  • Welke verschijnselen verwacht je?
  • Wat zijn CRP en leukocyten, normaalwaarden?

Slide 2 - Tekstslide

Hypovolemische shock
Weinig volume
  • Ernstige bloeding, bijvoorbeeld AAAA
  • Hoge ileus



Slide 3 - Tekstslide

Verschijnselen hypovolemische shock

  • Koude handen en voeten
  • Cyanotisch
  • Vertraagde capillary refill
  • Tachycardie
  • Tachypneu




  • Oligurie
  • Hypotensie
  • Onrust
  • Verliezen bewustzijn
  • Diepliggende ogen
  • Spitse neus

Slide 4 - Tekstslide

Septische shock
Acute buik door peritonitis / ernstige infectie van orgaan / perforatie
Hierdoor een sepsis en vervolgens septische shock

Symptomen
Koorts, koude rillingen, tachypneu, tachycardie, onrust, hypotensie

Slide 5 - Tekstslide

CRP
CRP (C-reactive protein)
Eiwit gemaakt door de lever en komt 6-8 uur na ontsteking in de bloedbaan
Normaalwaarde <10

Slide 6 - Tekstslide

Leukocytose
Verhoogd aantal leukocyten
Normaalwaarde ligt tussen de 4-10

Slide 7 - Tekstslide

Welk van onderstaande woorden betekent nuchtere darm?
A
Colon ascendens
B
Duodenum
C
Ileum
D
Jejunum

Slide 8 - Quizvraag

Het peritoneum viscerale is het binnenste blad van het buikvlies
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Hoe noemen we de ophangbanden van de darm?
A
Mesenterium
B
Omentum majus
C
Divertikel
D
Peritoneum

Slide 10 - Quizvraag

Misselijkheid komt vaak voor bij een prikkeling van het peritoneum viscerale
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Welke drie soorten aandoening zijn aanleiding voor een acute buik? Welke dus niet??
A
Peritonitis
B
Shock
C
Ileus
D
Inwendige bloeding

Slide 12 - Quizvraag

Benoem 4 symptomen van een peritonitis

Slide 13 - Open vraag

Bij een mechanische ileus heb je een stille buik en bij een paralytische ileus hoor je veel darmgeluiden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Wat is GEEN symptoom bij AAAA?
A
Aandrang voor defecatie
B
Hypertensie
C
Rugpijn
D
Klamme huid

Slide 15 - Quizvraag

Wat is GEEN oorzaak van een mechanische ileus?
A
Tumor in de darmen
B
Verkleving (adhesies)
C
Draaiing van de darm
D
Dwarslaesie

Slide 16 - Quizvraag

Benoem twee oorzaken van een paralytische ileus

Slide 17 - Open vraag

Fecaal braken komt voor bij
A
Een hoge ileus
B
Een lage ileus
C
bij beide vormen
D
Fecaal braken bestaat eigenlijk niet

Slide 18 - Quizvraag

Welke twee vormen van shock kunnen ontstaan bij een acute buik?
A
Septische en anafylactische
B
Hypovolemische en cardiale shock
C
Anafylactische en hypovolemische
D
Septische en hypovolemische

Slide 19 - Quizvraag

Als een cel zich deelt in twee identieke cellen noemen we dit
A
Meiose
B
Mitose
C
Differentiatie
D
Specialisatie

Slide 20 - Quizvraag

Bij een maligne tumor....
A
blijven de cellen binnen het weesfel waar ze ontstaan zijn
B
zijn er metastasen
C
zijn cellen alleen slecht gedifferentieerd
D
wordt een T, N, M indeling gebruikt

Slide 21 - Quizvraag

Hoe noemen we kanker van het epitheel weefsel?
A
Sarcoom
B
Lymfoom
C
Leukemie
D
Carcinoom

Slide 22 - Quizvraag

Peritonitis carcinomatosa is kanker van het buikvlies
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Welke factoren kunnen kankerverwekkend zijn?
A
Zonlicht
B
Hepatitis B
C
Cytostatica
D
HPV virus

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een adjuvante behandeling?
A
Een behandeling gericht op genezen
B
Een aanvullende behandeling
C
Een gezonde leefstijl naast chemotherapie
D
Het verwijderen van de tumor door operatie

Slide 25 - Quizvraag

Wat is een poliep?
A
Een kwaadaardig gezwel in de baarmoeder
B
Een goedaardig gezwel in het bindvlies
C
Een goedaardig gezwel van een slijmvlies
D
Een kwaadaardig gezwel in de darmen

Slide 26 - Quizvraag

Hoe heet het als de cellen van borstkanker ook in de hersenen te vinden zijn?
A
Expansieve groei
B
Infiltratieve groei
C
Hematogene metastase
D
Carcinoma in situ

Slide 27 - Quizvraag

Slecht gedifferentieerde tumorcellen zaaien sneller uit
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag