Thema 1 - Het verleden

Hoe was je weekend?
Perfectum - de voltooide tijd
1A
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Hoe was je weekend?
Perfectum - de voltooide tijd
1A

Slide 1 - Tekstslide

het bedrijf
het strand
de boulevard
de zaak
zand langs 
de zee
weg met winkels langs de zee
groene kool voor stamppot
rol met 
gekruid vlees
<-> winnen
vervelend, frustrerend
waar je eten heen gaat
speciaal
niet leuk 
en niet gezellig
de cirkel
storend
ze wonen tegenover je
het café
slapen zolang als je wilt

Slide 2 - Sleepvraag

de boerenkool
de worst
verloren
de zaak
zand langs 
de zee
weg met winkels langs de zee
groene kool voor stamppot
rol met 
gekruid vlees
<-> winnen
vervelend, frustrerend
waar je eten heen gaat
speciaal
niet leuk 
en niet gezellig
de cirkel
storend
ze wonen tegenover je
het café
slapen zolang als je wilt

Slide 3 - Sleepvraag

balen
de maag
bijzonder
de zaak
zand langs 
de zee
weg met winkels langs de zee
groene kool voor stamppot
rol met 
gekruid vlees
<-> winnen
vervelend, frustrerend
waar je eten heen gaat
speciaal
niet leuk 
en niet gezellig
de cirkel
storend
ze wonen tegenover je
het café
slapen zolang als je wilt

Slide 4 - Sleepvraag

saai
de kring
irritant
de zaak
zand langs 
de zee
weg met winkels langs de zee
groene kool voor stamppot
rol met 
gekruid vlees
<-> winnen
vervelend, frustrerend
waar je eten heen gaat
speciaal
niet leuk 
en niet gezellig
de cirkel
storend
ze wonen tegenover je
het café
slapen zolang als je wilt

Slide 5 - Sleepvraag

overburen
de kroeg
uitslapen
de zaak
zand langs 
de zee
weg met winkels langs de zee
groene kool voor stamppot
rol met 
gekruid vlees
<-> winnen
vervelend, frustrerend
waar je eten heen gaat
speciaal
niet leuk 
en niet gezellig
de cirkel
storend
ze wonen tegenover je
het café
slapen zolang als je wilt

Slide 6 - Sleepvraag

spelen
ge + speel + d
werken
ge + werk + t
werkwoorden met 
ge-, be-, her-, ver- of ont- 
geen extra 'ge'
onregelmatige werkwoorden 
uit je hoofd leren
regelmatige werkwoorden -> ge + stam + t/d
gebeuren 
betreden herinneren
verwennen onthouden
blz. 304
Perfectum
of
ex soft ketchup 

Slide 7 - Tekstslide

verandering
/
beweging
werkwoorden die een object nodig hebben
reflexieve werkwoorden
gaan
of
zijn, blijven, gebeuren, worden, stoppen, beginnen, komen, kwijtraken, naderen, tegenkomen
tweede werkwoord 
herinneren, vergissen, generen
/
eten, koken, spelen
staan
hebben
zijn
hebben of zijn

Slide 8 - Tekstslide

Hoe was je weekend?
Perfectum - de voltooide tijd
1B

Slide 9 - Tekstslide

stam +te(n)
stam + de(n)
fietsen
fiets
s
+te(n)
fietste(n)
onregelmatige werkwoorden 
uit je hoofd leren
regelmatige werkwoorden
blz. 281 en 285
Imperfectum
of
ex soft ketchup 
mankeren
manker
r
+de(n)
mankeerde(n)
vrezen
vrez
z
+de(n)
vreesde(n)
leven
lev
v
+de(n)
leefde(n)
+ klinker
+ klinker
+ klinker
v->f
z->s

Slide 10 - Tekstslide

perfectum => afgesloten
Ik ben bij de fietsenmaker geweest.
Hij zei dat hij de fiets weer zou opknappen. Het was een aardige man. Hij had veel verstand van fietsen.
completed present time
---
unfinished past time 
perfectum of imperfectum
imperfectum => beschrijvingen
Vorige week heb ik 'The Cirkel' gelezen. Het is een mooi boek. Ik herkende veel van de Google-strategie, die werd in het boek overdreven. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat is er gebeurd?
Wat heb je gehoord of gezien?
Heb je iets bijzonders meegemaakt?
Vertel een anekdote.
Wat gebeurde er?
Wanneer gebeurde het?
Wie was / waren erbij?
Was het grappig / triest, mooi / vervelend?

Slide 14 - Tekstslide

een diploma
A
lijden
B
volgen
C
voeren
D
halen

Slide 15 - Quizvraag

pijn
A
lijden
B
volgen
C
voeren
D
zetten

Slide 16 - Quizvraag

oorlog
A
doen
B
volgen
C
voeren
D
zetten

Slide 17 - Quizvraag

het nieuws
A
doen
B
volgen
C
plegen
D
zetten

Slide 18 - Quizvraag

examen
A
doen
B
sluiten
C
plegen
D
zetten

Slide 19 - Quizvraag

de wekker
A
bewaren
B
sluiten
C
plegen
D
zetten

Slide 20 - Quizvraag

een moord
A
bewaren
B
sluiten
C
plegen
D
maken

Slide 21 - Quizvraag

een vergissing
A
bewaren
B
sluiten
C
plaatsen
D
maken

Slide 22 - Quizvraag

vrede
A
bewaren
B
sluiten
C
plaatsen
D
voeren

Slide 23 - Quizvraag

een geheim
A
bewaren
B
volgen
C
plaatsen
D
voeren

Slide 24 - Quizvraag

Invloed hebben
nadenken
schrikken
vluchten

zorgen

zich concentreren

slagen
een hekel hebben
discussiëren
spijt hebben
op
over
van
voor
voor
op
voor
aan
over
van

Slide 25 - Sleepvraag