1.2 Met wie ben jij verbonden

Wat is maatschappijleer
1.2 Met wie ben je verbonden?
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat is maatschappijleer
1.2 Met wie ben je verbonden?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van de les weet je welke soorten bindingen er zijn en kun je uitleggen wat die bindingen zijn.
Je  kent het begrip sociale cohesie en waarom dat belangrijk is.
Je kent het begrip polarisatie en kunt hiervan voorbeelden geven.

Slide 2 - Tekstslide

Soorten bindingen
  • economische binding
  • kennisbinding
  • gevoelsbinding
  • politieke binding

Slide 3 - Tekstslide

economische binding
Om in je levensonderhoud te voorzien heb je veel economische bindingen:
  • je ouders --> zakgeld en/of kleedgeld, eten, onderdak
  • bijbaantje --> je krijgt loon
  • mensen die jouw voedsel, spullen en kleding maken

Slide 4 - Tekstslide

kennisbinding
Hebben te maken met alle mensen die jou iets leren. Dat zijn dus veel verschillende mensen. Dat zijn docenten, je trainers, je vriendengroep,  je familie of mensen die je volgt op sociale media.

Slide 5 - Tekstslide

gevoelsbinding
Je bent emotioneel verbonden met mensen waarvan je houdt, dus je familie, vrienden en vriend(in). Je hebt namelijk vriendschap, steun en liefde nodig om je gelukkig te voelen. Staan die onder druk, dan kun je je ongelukkig voelen.

Slide 6 - Tekstslide

politieke binding
De overheid zorgt voor dingen die wij zelf niet kunnen regelen zoals gezondheidszorg, onderwijs, verkeersveiligheid. Maar zij moeten ons ook beschermen tegen terrorisme en oorlog. Wij kiezen de politici die de belangrijkste besluiten nemen.

Slide 7 - Tekstslide

sociale cohesie
Als de bindingen tussen mensen sterk zijn en mensen het gevoel hebben dat zij bij elkaar horen noem je dat sociale cohesie

Slide 8 - Tekstslide

Polarisatie 
Mensen en bevolkingsgroepen staan scherp tegenover elkaar doordat de tegenstellingen de nadruk krijgen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Welke vier verbindingen zijn er?

Slide 11 - Open vraag

Sociale cohesie is ...
A
Dat je online verbonden bent.
B
Dat je je aan de regels houdt.
C
Iets dat jij belangrijk vindt.
D
Dat mensen met elkaar verbonden zijn.

Slide 12 - Quizvraag

Met je familie heb je een...
A
Kennisverbinding
B
Gevoelsverbinding
C
Economische verbinding
D
Politieke verbinding

Slide 13 - Quizvraag

Wat is polarisatie?
A
Het ongelijk behandelen van een groep mensen. Soort van discriminatie.
B
Groepen mensen komen steeds meer tegenover elkaar te staan.
C
Mensen die bevriend zijn
D
Mensen die zich verbonden met elkaar voelen.

Slide 14 - Quizvraag


Een wij-gevoel zal snel ontstaan als er sprake is van.....?
A
Groepsidentificatie
B
Polarisatie
C
Welvaart
D
Kennis

Slide 15 - Quizvraag

Welke stelling is juist?
Polarisatie:

A
vindt altijd plaats tussen groepen die uit verschillende culturen afkomstig zijn
B
vond twintig jaar geleden nog niet plaats
C
vindt vooral plaats binnen jongerenculturen
D
kan plaatsvinden wanneer een duidelijke wij-groep en zij-groep is

Slide 16 - Quizvraag

Leg uit hoe polarisatie te herkennen is in
Amerika rondom het politiegeweld.
timer
2:00

Slide 17 - Open vraag

Begrijp je alle genoemde begrippen?
Zo nee, welke niet?

Slide 18 - Woordweb