7.1 + 7.2

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




7.1 Macht en invloed

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 

Leerdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat macht betekent

Aan het einde van de les kun je de machtsmiddelen uitleggen

Aan het einde van de les kan je het verschil tussen formele macht en informele macht uitleggen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politiek

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies



Uitleg

Machtsmiddelen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Macht en machtsmiddelen
  • Macht is het vermogen om het gedrag van anderen te beïnvloeden. Een voorbeeld is dat de docent jou verbiedt om te eten in de klas.

  • Een machtsmiddel is een middel om het gedrag van anderen te beïnvloeden. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Machtsmiddelen (1)
  • Functie/beroep: een docent die jou de les uit kan sturen
  • Kennis en vaardigheden: een dokter die jou medicijnen geeft
  • Overtuigingskracht: een politicus die stemmen krijgt door mensen te overtuigen
  • Geld: iemand omkopen om iets te doen
We zien hier twee machtsmiddelen. Allereerst zien we het machtsmiddel geld. Mensen gebruikten dit machtsmiddel om het gedrag van de ambtenaar te beïnvloeden. Een anders machtsmiddel wat we terugzien is functie/beroep. Het OM (openbaar ministerie) gebruikt hun functie om een werkstraf en een geldboete te eisen. 

Slide 11 - Tekstslide

bron:https://www.parool.nl/amsterdam/om-ambtenaar-liet-zich-omkopen-met-audi-a4-airconditioners-en-badkamermeubel~bbc7a4aa/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F
Machtsmiddelen (2)
  • Geweld (militaire macht):  tijdens een oorlog macht uitoefenen door geweld
  • Status/ aanzien: een beroemd persoon die veel aandacht krijgt
  • Aantal personen: een grote groep maakt meer indruk dan twee personen
  • Toegang tot media: als je media gebruikt heb je een groter publiek
Hier wordt het machtsmiddel geweld (militaire macht) gebruikt door de Russen. Zij leggen mijnen neer. Op deze manier willen ze het gedrag van anderen beïnvloeden. Ze willen namelijk Zelinske (minister-president van Oekraïne) beïnvloeden om zich over te geven. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies



Opdracht: machtsmiddelen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: machtsmiddelen
Aantal personen
Status/aanzien
Overtuigingskracht
Geld
Functie/beroep
Kennis en vaardigheden
Geweld
Toegang tot media

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies



Uitleg

Formele macht en informele macht

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formele macht en informele macht
  • Formele macht is macht dat is vastgesteld in regels en wetten. Bijvoorbeeld de politie heeft formele macht om mensen staande te houden als zij zonder licht fietsen. 

  • Informele macht is de macht die je hebt zonder machtsmiddelen te gebruiken. Bijvoorbeeld een vriend die altijd bepaald wat jullie gaan doen. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Aan de slag 

Opdracht 1 tot en met 5 van 7.1
Klaar?  6, 8 en 10 (huiswerk volgende les)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Nakijken

Opdracht 1 tot en met 5

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




7.2 Macht in Nederland

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 

Leerdoelen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat democratie betekent

Aan het einde van de les kun je de kenmerken van de democratie uitleggen

Aan het einde van de les kan je de trias politica uitleggen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Uitleg

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Democratie
  • Democratie is een land waarin het volk regeert. Dit betekent dat het volk invloed heeft op de politiek. In Nederland heeft het volk invloed, omdat wij bij mogen stemmen. 

  • De mensen die gekozen worden noemen we volksvertegenwoordigers. De volksvertegenwoordigers nemen daarna de beslissingen namens het volk. 


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van de democratie
  1. Er is een volksvertegenwoordiging: dit zijn de Eerste Kamer en Tweede Kamer (parlement)
  2. Er is een grondwet
  3. Vrije, geheime verkiezingen
  4. Machtenscheiding: dit noemen we de trias politica*
  5. Vrije media: de media informeert burgers over problemen
Hier zien we de zetelverdeling van de Tweede Kamer. De Tweede Kamer heeft in totaal 150 zetels. Hier zit een deel van de volksvertegenwoordigers. Deze mensen zijn gekozen door de burgers. De burgers kunnen namelijk om de vier jaar stemmen op een partij. 

De volksvertegenwoordigers vertegenwoordigen de burgers. Zij nemen beslissingen namens het volk. De volksvertegenwoordigers zijn de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. 


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Er is een volksvertegenwoordiging
Het parlement (Tweede Kamer en Eerste Kamer) nemen besluiten namens het volk. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Er is een grondwet
Een document met de rechten en plichten van zowel de burgers als de overheid.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn vrije, geheime verkiezingen
Je mag stemmen op wie je zelf wilt. Daarnaast hoef je het niemand te vertellen. Dit mag wel. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trias politica (machtenscheiding)
  • Wetgevende macht: het parlement (Tweede Kamer en Eerste Kamer) + de regering (koning en ministers) zijn de wetgevende macht. Zij hebben twee taken: wetten maken en controleren van de regering.

  • Uitvoerende macht: de regering voeren de wetten uit. Zij krijgen hulp van ambtenaren. Een voorbeeld is de politie die de wetten uitvoert.

  • Rechterlijke macht: zij controleren of de wetten worden nageleefd. Dit zijn de rechters. 


Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrije media
De media moet ons informeren. Zij mogen zelf bepalen wat zij uitzenden. Dit is belangrijk zodat we alle verschillende meningen/ ideeën horen. 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Opdracht: parlement als wetgevende macht (trias politica)

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkvorm: taken van het parlement 
  • Straks krijg je een rol. Hier ga jij je in verplaatsen. Beantwoord de volgende vragen: Hoort dit bij de wetgevende of controlerende taak? en waarom? 

  • Schrijf het antwoord in een schrift of achterin je boek

  • Het boek mag gebruikt worden.

  • Klaar? klassikaal bespreken

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetgevende taak 
Controlerende taak 

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

 

Leerdoelen checken

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat macht betekent

Aan het einde van de les kun je de machtsmiddelen uitleggen

Aan het einde van de les kan je het verschil tussen formele macht en informele macht uitleggen

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat democratie betekent

Aan het einde van de les kun je de kenmerken van de democratie uitleggen

Aan het einde van de les kan je de trias politica uitleggen

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
  • 1 tot en met 7 van § 7.1 
  • 11 tot en met 13 van § 7.2 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies