2.1 Pinpas of portemonnee? (deel 2)

1 / 10
volgende
Slide 1: Video
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

2.1 Pinpas of portemonee? (deel 1)
Er zijn twee soorten geld:
  1. Chartaal geld
  2. Giraal geld
Chartaal geld:
Tastbaar geld in de vorm van munten en bankbiljetten
Giraal geld:
Geld dat op je bankrekening staat en waarmee je kunt betalen

Slide 2 - Tekstslide

2.1 Pinpas of portemonee? (deel 1)
  • Stel: Je brengt je verjaardagsgeld naar de bank om op je betaalrekening te zetten
  • Wat gebeurt er met de geldsoorten?
Vraag 2 (blz 38)

Slide 3 - Tekstslide

2.1 Pinpas of portemonee? (deel 1)
Saldo:
Het bedrag dat op je bankrekening staat
Vraag 4 (blz. 39)
Vraag 6 (blz. 39)
Vraag 2 (blz. 64)

Slide 4 - Tekstslide

2.1 Pinpas of portemonee? (deel 1)
  • Hieronder zie je een deel van een bankafschrift.
  • Er is geld bijgekomen en afgegaan.
Hoeveel is er bijgekomen?
Hoeveel is er afgegaan?
Als het beginsaldo €105,25 was, hoeveel is dan het nieuwe saldo?

Slide 5 - Tekstslide

2.1 Pinpas of portemonee? (deel 2)
Deze les:
  • Leer je het verschil uitleggen tussen directe en indirecte ruil
  • Leer je op welke manieren je met geld kunt betalen 

Slide 6 - Tekstslide

2.1 Pinpas of portemonee? (deel 2)
Directe ruil:
Je ruilt goederen en diensten zonder gebruik te maken van geld
Indirecte ruil:
Je gebruikt geld als ruilmiddel

Slide 7 - Tekstslide

2.1 Pinpas of portemonee? (deel 2)
Electronisch betalen

Slide 8 - Tekstslide

2.1 Pinpas of portemonee? (deel 2)
Giraal geld wordt chartaal geld als je het opneemt bij een geldautomaat

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk:
t/m opgave 12

Even herhalingsopg. 2.1

Lezen 2.2

Slide 10 - Tekstslide