geschiedenis vaardigheden

Vaardigheden geschiedenis
2M
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vaardigheden geschiedenis
2M

Slide 1 - Tekstslide

De tien tijdvakken
1. tijd van jagers en boeren
2. tijd van grieken en romeinen
3. tijd van monniken en ridders
4. tijd van steden en staten
5. tijd van ontdekkers en hervormers
6. tijd van regenten en vorsten
7. tijd van pruiken en revoluties
8. tijd van burgers en stoommachines
9. tijd van wereldoorlogen
10. tijd van televisie en computers

Slide 2 - Tekstslide

Welk tijdvak was eerder?
A
tijdvak van ontdekkers en hervormers
B
tijdvak van steden en staten

Slide 3 - Quizvraag

Bij welk tijdvak hoort deze bron?
A
tijd van jagers en boeren
B
tijd van grieken en romeinen
C
tijd van monniken en ridders
D
tijd van steden en staten

Slide 4 - Quizvraag

Bij welke tijd hoort deze bron?
A
Tijd van wereldoorlogen
B
Tijd van televisie en computers

Slide 5 - Quizvraag

Bronnen
Een bron geeft informatie over het verleden. Je kunt bij bronnen twee soorten vragen stellen:

  • Een beschrijvende vraag gaat over HOE iets vroeger was.
  • Een verklarende vraag gaat over WAAROM iets vroeger zo was. 

Slide 6 - Tekstslide

Bekijk deze bron. Deze foto is gemaakt tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Slide 7 - Tekstslide

Bedenk een beschrijvende vraag bij de bron die je net gezien hebt.

Slide 8 - Open vraag

Bekijk deze bron nog een keer.

Slide 9 - Tekstslide

Bedenk een verklarende vraag bij deze bron.

Slide 10 - Open vraag

Oorzaken en gevolgen
  • Er is een verschil tussen directe oorzaken en indirecte oorzaken. 
  • Daarnaast kennen we gevolgen op de korte en op de lange termijn.

Slide 11 - Tekstslide

Soorten samenlevingen
  • pre-agrarisch: mensen die leven van de jacht, visvangst en verzamelen
  • landbouw: mensen in dorpen die leven van landbouw
  • agrarisch-stedelijk: sommige mensen leven op het platteland, anderen in de stad. De mensen in de stad leven van handel en ambacht.
  • industrieel: de mensen wonen in een stad en leven van industrie
  • informatiesamenleving: kennis wordt uitgewisseld en mensen verdienen geld met de verkoop van diensten en goederen

Slide 12 - Tekstslide

Continuiteit en discontinuiteit
Continuiteit: wat niet verandert

Slide 13 - Tekstslide