les 6

les 6
Woorden eindigend op teit
woorden eindigend op ies schrijf je als isch
woorden met t of th 

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

les 6
Woorden eindigend op teit
woorden eindigend op ies schrijf je als isch
woorden met t of th 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijk naar de woorden, wat valt je op?
        activiteit                koffietijd
    majesteit               leeftijd
        universiteit           etenstijd


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je woorden ziet die eindigen op de klank -tijt en niets te maken hebben met de tijd/kalender dan schrijf je altijd teit

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bedtijd
elektriciteit
schooltijd
criminaliteit
woorden met -tijd
woorden met -teit
brutaliteit
etenstijd
calamiteit
kwaliteit

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

wanneer schrijf je isch?
In sommige woorden hoor je ies, maar schrijf je isch. Je schrijft isch als je er een e achter kunt zetten.
tropisch(e)
theoretisch(e)
optimistisch(e)
chaotisch(e)
advies
prestaties

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet achter het woord ....isch
motor
A
moterisch
B
motorisch
C
motories
D
moteries

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet achter het woord ....isch
magnet
A
magetisch
B
magnetisch
C
magnetish
D
magneties

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Zet achter het woord ....isch
drama.
A
dramisch
B
dramaische
C
dramatisch
D
dramaties

Slide 8 - Quizvraag

Antwoord: C.
Zet achter het woord ....isch
biologie
A
biologisch
B
biologiesch
C
biologies
D
bioloogies

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Woorden met T en TH
Je hoort t, maar soms schrijf je th. Woorden met th moet je uit
je hoofd leren. Het zijn weetwoorden. Luister goed naar het
woord en denk goed na hoe je het moet schrijven.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk zoveel mogelijk woorden met th, die je uitspreekt als t.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb geleerd hoe ik woorden met een th schrijf!
"Ja, ik ken ze goed."
"Ik wil nog een beetje meer oefenen."
"Ik vind ze echt lastig."

Slide 13 - Poll

Deze slide heeft geen instructies