Palliatieve zorg 2

Palliatieve zorg
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Palliatieve zorg

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de lesinhoud?
Vragen over vorige les?
Opdracht beleid palliatieve zorg in instelling? 

Keuzedeel:
Hoe worden de essenties van dit kwaliteitskader ( zie factsheet ) in jouw BPV toegepast. Beschrijf dit.
Zie je verbetermogelijkheden en zo ja, welke? Beschrijf deze.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel:
Je bent op de hoogte van 4 fasen van palliatieve zorg en van de richtlijn palliatieve zorgverlening.
Je hebt specialistische kennis van de meest voorkomende lichamelijke en psychische
problemen in de palliatieve fasen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorg 
  • Doel palliatieve zorg: de patiënt een zo lang mogelijk leven te geven met een goede kwaliteit van leven.
  • Zorg is gericht op de wensen en keuzes van de patiënt.
  • Gericht op het voorkomen van ongemakken en (pijn)klachten te verlichten.

  • Niet het doel om de patiënt te genezen. ( = curatief)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fasen 
Fase 1 ZIEKTEGERICHTE PALLIATIE
De ziekte wordt behandeld zonder dat genezing mogelijk is.
Fase 2 SYMPTOOMGERICHTE PALLIATIE
De focus ligt op het verlichten en onder controle houden van de symptomen. 
Fase 3 PALLIATIE IN DE STERVENSFASE
In deze fase verschuift de aandacht van kwaliteit van leven naar kwaliteit van sterven.
Fase 4 NAZORG
De nazorg voor naasten na het overlijden van de cliënt wordt meestal ook gezien als onderdeel van de palliatieve zorg.

Slide 5 - Tekstslide

2 SYMPTOOMGERICHTE PALLIATIE
De focus ligt op het verlichten en onder controle houden van de symptomen. Door de voortschrijdende ziekte verzwakt de cliënt en wordt hij minder mobiel. De symptomen die onder controle waren verergeren en er kunnen nieuwe klachten of problemen ontstaan. In deze fase worden beslissingen rondom het levenseinde genomen, bijvoorbeeld het wel of niet toepassen van behandelingen of het wel of niet reanimeren of het wel of niet naar het ziekenhuis gaan bij een calamiteit.
Fasen 1 en 2 gebeuren vaak tegelijk, ze lopen geleidelijk in elkaar over. Het is dus niet zo dat er alleen aandacht is voor symptoomcontrole en dat niet naar de behandeling wordt gekeken of andersom. In beide fasen is het doel een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven.

Stervensfase
In deze fase verschuift de aandacht van kwaliteit van leven naar kwaliteit van sterven. Deze fase duurt meestal slechts een paar dagen, de laatste dagen voor het overlijden.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Het verloop van de palliatieve fase
De palliatieve fase verloopt in grote lijnen op drie verschillende manieren, zoals onderstaande afbeelding in beeld brengt. Bij kanker gaat de achteruitgang aan het eind van de ziekte vrij abrupt. Bij hartfalen en COPD zijn er perioden van terugval, en vindt het overlijden meestal plotseling plaats. Bij dementie zie je een geleidelijke achteruitgang (bron: Algemene principes palliatieve zorg, Integraal Kankercentrum Nederland, 2010).
Wie heeft voorbeelden van de verschillende fasen?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kwaliteitskader als leiddraad

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: Werk in 2-tallen de symptomen op tijdens de palliatieve fase lever dit in.
mentaal/ psychisch
spiritueel
somatisch/ lichamelijk
sociaal
Houdt rekening met jouw doelgroep.
spiritueel
somatisch/ lichamelijk
sociaal

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week:
signalering in de palliatieve fase

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies