Werkwoorden dag 1 en 2 + herhaling woorden dag 1 en 2

Wat gaan we doen?
- Schoolreis
- Werkwoorden
- Woorden herhalen
- Hij/zij
- Voorzetsels
- Van wie is het?
- Samen lezen
- Taalspellen
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
- Schoolreis
- Werkwoorden
- Woorden herhalen
- Hij/zij
- Voorzetsels
- Van wie is het?
- Samen lezen
- Taalspellen

Slide 1 - Tekstslide

Werkwoorden

Slide 2 - Tekstslide

heten
ik
jij
hij
hij
wij
jullie
zij

Slide 3 - Tekstslide

tellen
ik
jij
hij
hij
wij
jullie
zij

Slide 4 - Tekstslide

luisteren
ik
jij
hij
hij
wij
jullie
zij

Slide 5 - Tekstslide

hebben
ik
jij
hij
hij
wij
jullie
zij

Slide 6 - Tekstslide

gaan
ik
jij
hij
hij
wij
jullie
zij

Slide 7 - Tekstslide

zijn
ik
jij
hij
hij
wij
jullie
zij

Slide 8 - Tekstslide

lopen
ik
jij
hij
hij
wij
jullie
zij

Slide 9 - Tekstslide

zeggen
ik
jij
hij
hij
wij
jullie
zij

Slide 10 - Tekstslide

knippen
ik
jij
hij
hij
wij
jullie
zij

Slide 11 - Tekstslide

Hij ................... Timo.
A
het
B
heet
C
hetet
D
heeft

Slide 12 - Quizvraag

Wij ................... tot 1000.
A
tel
B
telt
C
telen
D
tellen

Slide 13 - Quizvraag

Ik ................. naar muziek.
A
luister
B
luistert
C
luisterd
D
luisteren

Slide 14 - Quizvraag

Jullie ................ op vakantie.
A
ga
B
gaa
C
gaan
D
ganen

Slide 15 - Quizvraag

Jij ............. nooit ziek.
A
ben
B
bent
C
is
D
zijn

Slide 16 - Quizvraag

Wij ................... naar de bushalte.
A
loop
B
loopt
C
lopen
D
loopen

Slide 17 - Quizvraag

Je .................. nee.
A
zeg
B
zegt
C
zeggen
D
zegd

Slide 18 - Quizvraag

De kapper ............... mijn haar.
A
knip
B
knipt
C
knippet
D
knippen

Slide 19 - Quizvraag

Hij ................ vandaag niet op school.
A
ben
B
bent
C
is
D
zijn

Slide 20 - Quizvraag

Woorden herhalen

Slide 21 - Tekstslide


A
de moder
B
de moeder
C
de meoder
D
het meoder

Slide 22 - Quizvraag


A
de dogter
B
het dogter
C
de dochter
D
het dochter

Slide 23 - Quizvraag


A
de broer
B
de breor
C
het broer
D
het breor

Slide 24 - Quizvraag


A
de jognen
B
de jonge
C
de jogne
D
de jongen

Slide 25 - Quizvraag


A
de vroaw
B
de vrauw
C
de vrouw
D
de vroow

Slide 26 - Quizvraag


A
het familie
B
de familie
C
het familei
D
de familei

Slide 27 - Quizvraag


A
het tante
B
het taante
C
de taante
D
de tante

Slide 28 - Quizvraag

hij
zij
oom
tante
vriend
vriendin
opa
oma
neef
nicht
man
vrouw
dochter
zoon
broer
zus

Slide 29 - Sleepvraag

Van wie is het?
ik                          mijn boek                           het boek is van mij
jij                          jouw boek                          het boek is van jou
hij                        zijn boek                             het boek is van hem
zij                        haar boek                           het boek is van haar
wij                       ons boek                             het boek is van ons
jullie                   jullie boek                          het boek is van jullie
zij                        hun boek                             het boek is van hen

Slide 30 - Tekstslide

Samen lezen
timer
15:00

Slide 31 - Tekstslide

Taalspellen

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Link

4gsm69zd
klik het fruit aan dat bij jou hoort

dicteewoorden typen
daarna: spelletje doen

Slide 34 - Tekstslide