T3A 30 SEPT

Woordenschat en begrijpend lezen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat en begrijpend lezen

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Eerste uur
Huiswerk nakijken;
Nieuwe aantekening overnemen;
Opdrachten maken.
Tweede uur
Nieuwe aantekening;
Oefenopdracht maken;
Opdracht uit boek maken.

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 3, blz. 32
1 afdingen = minder bieden dan de vraagprijs
2 concurrentie = strijd om een ander te overtreffen
3 lokaal = plaatselijk
4 welgesteld = rijk
5 verschepen = per schip vervoeren



timer
2:00

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 3, blz. 32 
6 opperen = voorstellen
7 vakkundig = met veel kennis van het vak
8 feilloos = zonder fouten
9 ontdoen van = eraf halen
10 exporteren = verkopen aan andere landen

Slide 4 - Tekstslide

Aantekening
Klassikaal.

Verder werken aan de opdrachten. 

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 5 en 7 op blz. 34 en 35
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 5
1 C                      5B
2 B.                    6C
3 A                      7C
4 B.                     8C

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 7
1 zei                                5 pont
2 lach                             6 licht 
3 bod                              7 eis
4 jou                                8 eentje

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 6 en 8 op blz. 34 en 35
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 6
 a Welke maat kleding draag jij meestal?
 Joep is al vanaf de kleuterschool mijn beste maat.
 b Het verliefde stel heeft hun namen in de stam van de boom gekerfd.
 In Brazilië is een tot nu toe onbekende stam ontdekt.

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 6
 c De vader van Rik bestuurt een kraan in de haven.
 De loodgieter repareert een lekkende kraan.
 d Een das blijft meestal tot na zonsondergang in zijn hol.
 Ik geef mijn vader dit jaar een zijden das voor zijn verjaardag.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 8
1 Ik sta graag met mijn hand in mijn zij.
 Of: Zij leest graag boeken over beroemde personen.
2 Hij lag zondagochtend tot tien uur in bed.
3 Onze hond heeft een bot opgegraven in het park.
4 Zijn dit jouw sleutels?

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 8
5 Mijn moeder kocht een pond oude kaas op de markt.
 Of: Momenteel is een euro meer waard dan een Britse pond.
6 Mijn gymtas ligt al drie dagen in de gang te slingeren.
7 Als het zo koud blijft, is het ijs snel dik genoeg om te schaatsen.
8 Het eendje zwemt de hele tijd achter zijn moeder aan.

Slide 13 - Tekstslide

Aantekening opbouw tekst

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 
Maak drie alinea’s.
Leg ze op de juiste volgorde.

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 3 op blz. 40
1 Alinea 1 en 2 zijn de inleiding, alinea 3 tot en met 7 zijn het middenstuk en alinea 8 is het slot.
2 Alinea 3 tot en met 6 gaan over tweedehands kleding en schoenen, alinea 7 gaat over tweedehands auto’s.
3 Alinea 3 gaat over hoe groot de handel in tweedehands kleding is.

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 3, blz. 40
4  Heb je de tekst verdeeld in alinea 1 en 2 (de inleiding), alinea 3 tot en met 6 (het deel over kleding en schoenen) en alinea 7 en 8 (het deel over auto’s en het slot)? 
 Voorbeelden van tussenkopjes boven deel twee: Kleding en schoenen / Mitumba / Vrij spel voor Chinezen? / Concurrentie. Voorbeelden van tussenkopjes boven deel drie: Auto’s / Geschrokken / Meer banen verloren.

Slide 17 - Tekstslide