donderdag 9 februari

A2
Trappen van vergelijking
Spreken over je eigen land
Lezen


Presentatie
briefje schrijven

A1
10 zinnen schrijven bij de praatplaat
herhaling thema seizoenen
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

A2
Trappen van vergelijking
Spreken over je eigen land
Lezen


Presentatie
briefje schrijven

A1
10 zinnen schrijven bij de praatplaat
herhaling thema seizoenen

Slide 1 - Tekstslide

oktober, november, ....... .
februari
december
september

Slide 2 - Sleepvraag

In welke maand ben jij jarig?

Slide 3 - Woordweb

In de eerste ronde was Eric bijna net zo snel ..... Peter.
A
als
B
dan

Slide 4 - Quizvraag

Shirley beweert dat Apeldoorn niet half zo groot is ..... Amsterdam.
A
als
B
dan

Slide 5 - Quizvraag

Veel leerlingen werken liever alleen ...... in een groepje.
A
als
B
dan

Slide 6 - Quizvraag

Madrid is niet zo ver ..... Lissabon, denk ik.
A
als
B
dan

Slide 7 - Quizvraag

Wendy is minstens even druk .... haar broertje.
A
als
B
dan

Slide 8 - Quizvraag

Ik heb veel zin in het weekend, maar ik heb nog ....... zin in de vakantie.

Slide 9 - Open vraag

Ibrahim heeft weinig geld, maar Bilen heeft nog .......

Slide 10 - Open vraag

De keuken is vies, maar de badkamer is nog ......

Slide 11 - Open vraag

verschillen eigen land
hoger      lager   goedkoper    mooier  duurder
vriendelijker                  lekkerder
armer               rijker     meer   minder  
liever                   strenger 
eerder             later 
groener    vlakker           bergachtiger    natter               droger 


Slide 12 - Tekstslide

Er zijn veel wespen in de .............
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst

Slide 13 - Quizvraag

De bladeren vallen in de .............
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst

Slide 14 - Quizvraag

Een ander woord voor voorjaar is .............
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst

Slide 15 - Quizvraag

Een ander woord voor najaar is .............
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst

Slide 16 - Quizvraag


A
de maan
B
de zon
C
de zee
D
de nacht

Slide 17 - Quizvraag

briefje schrijven
Jij gaat weg, je neef komt twee dagen in jouw huis.
Schrijf een briefje voor hem:
Hij moet de katten eten geven, (voer staat in de koelkast).
de planten moeten water,  oud papier moet in een doos op de stoep 's morgens.
vergeet niet de aanhef en de groet


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Hij ..... op het ijs. (schaatsen)
A
schaatst
B
schaats
C
schaatsen

Slide 20 - Quizvraag

De zon .... in de zomer. (schijnen)

Slide 21 - Open vraag

De temperatuur .... vandaag naar 10 graden. (dalen)

Slide 22 - Open vraag

Het .... vandaag de hele dag. (stormen)

Slide 23 - Open vraag

Er zijn veel bloemen in de .............
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst

Slide 24 - Quizvraag

De auto glijdt door de ijzel in de .............
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst

Slide 25 - Quizvraag

Bomen krijgen bladeren in de .............
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst

Slide 26 - Quizvraag

De zon is warm in de .............
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst

Slide 27 - Quizvraag

Augustus is in de .............
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst

Slide 28 - Quizvraag

December is in de .............
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst

Slide 29 - Quizvraag

Mei is in de .............
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst

Slide 30 - Quizvraag

Oktober is in de .............
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst

Slide 31 - Quizvraag

januari, februari, ....... .
april
maart
mei

Slide 32 - Sleepvraag

april, mei,  ....... .
juni
juli
januari

Slide 33 - Sleepvraag

juli, augustus,  ....... .
april
november
september

Slide 34 - Sleepvraag

april, ..............., juni.
........................., februari, maart
april
mei
september
januari

Slide 35 - Sleepvraag

.................., november, december.
juli, augustus, ....................... .
maart
oktober
september
februari

Slide 36 - Sleepvraag

Welke maand is het nu?

Slide 37 - Woordweb

Wat was de vorige maand?

Slide 38 - Woordweb

Hoeveel maanden
zitten er in een jaar?

Slide 39 - Woordweb

Slide 40 - Video

Slide 41 - Video

Slide 42 - Video