Staal spelling blok 4 week 3 les 3

Angela zegt in de dierenwinkel Meneer ik zoek tien muizen
Welke muizen wil je Ik heb de volgende muizen deze eerste muis met rode
ogen deze mooie witte of deze lieve bruine zegt de eigenaar tegen Angela
Angela roept Dat maakt niet uit want mijn slang eet ze op
Toen heeft hij ze alle tien maar in een kartonnen doosje gedaan

Zet de leestekens op de goede plek.
1 / 16
volgende
Slide 1: Open vraag
SpellingBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Angela zegt in de dierenwinkel Meneer ik zoek tien muizen
Welke muizen wil je Ik heb de volgende muizen deze eerste muis met rode
ogen deze mooie witte of deze lieve bruine zegt de eigenaar tegen Angela
Angela roept Dat maakt niet uit want mijn slang eet ze op
Toen heeft hij ze alle tien maar in een kartonnen doosje gedaan

Zet de leestekens op de goede plek.

Slide 1 - Open vraag

Angela zegt in de dierenwinkel: 'Meneer, ik zoek tien muizen.'
'Welke muizen wil je? Ik heb de volgende muizen: deze eerste
muis met rode ogen, deze mooie witte of deze lieve bruine,'
zegt de eigenaar tegen Angela.
Angela roept: 'Dat maakt niet uit, want mijn slang eet ze op!'
Toen heeft hij ze alle tien maar in een kartonnen doosje gedaan.

Slide 2 - Tekstslide

Welke woordsoort is

in ?
A
bijvoeglijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
voegwoord
D
voorzetsel

Slide 3 - Quizvraag

Angela zegt in de dierenwinkel: 'Meneer, ik zoek tien muizen.'
'Welke muizen wil je? Ik heb de volgende muizen: deze eerste muis met rode
ogen, deze mooie witte of deze lieve bruine,' zegt de eigenaar tegen Angela.
Angela roept: 'Dat maakt niet uit, want mijn slang eet ze op!'
Toen heeft hij ze alle tien maar in een kartonnen doosje gedaan.

Wat zijn de persoonlijke voornaamwoorden in deze tekst?

Slide 4 - Open vraag

Angela zegt in de dierenwinkel: 'Meneer, ik zoek tien muizen.'
'Welke muizen wil je? Ik heb de volgende muizen: deze eerste muis met rode
ogen, deze mooie witte of deze lieve bruine,' zegt de eigenaar tegen Angela.
Angela roept: 'Dat maakt niet uit, want mijn slang eet ze op!'
Toen heeft hij ze alle tien maar in een kartonnen doosje gedaan.

Wat zijn de twee voegwoorden in deze tekst?

Slide 5 - Open vraag

Welke woordsoort is

je ?
A
zelfstandig naamwoord
B
telwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
bepaling van tijd

Slide 6 - Quizvraag

Welke woordsoort is

mijn ?
A
zelfstandig naamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
telwoord
D
bezittelijk voornaamwoord

Slide 7 - Quizvraag


zelfstandig naamwoord

bijvoeglijk naamwoord

stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

dierenwinkel
rode
kartonnen

Slide 8 - Sleepvraag

Angela zegt in de dierenwinkel: 'Meneer, ik zoek tien muizen.'
'Welke muizen wil je? Ik heb de volgende muizen: deze eerste muis met rode
ogen, deze mooie witte of deze lieve bruine,' zegt de eigenaar tegen Angela.
Angela roept: 'Dat maakt niet uit, want mijn slang eet ze op!'
Toen heeft hij ze alle tien maar in een kartonnen doosje gedaan.

Wat is het hulpwerkwoord en wat is het voltooid deelwoord?

Slide 9 - Open vraag

Siem heeft vandaag een maïsslang in de dierenwinkel gekocht.

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Slide 10 - Open vraag

Gisteren heeft hij een terrarium in zijn slaapkamer gezet.

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?

Slide 11 - Open vraag

Dictee
1.

Slide 12 - Open vraag

Dictee
2.

Slide 13 - Open vraag

Dictee
3.

Slide 14 - Open vraag

Dictee
1. Schrijf de zin op.

Slide 15 - Open vraag

Dictee
2. Schrijf de zin op.

Slide 16 - Open vraag