de dierlijke cel 4

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

doel van de les 
Op het einde van de les ken je de bouw, de eigenschappen en de functie van het Golgiapparaat en de lysosomen

Slide 2 - Tekstslide

Welke celorganellen hebben we al besproken?

Slide 3 - Woordweb

Welke celorganellen zitten in een dierlijke cel? Meerdere antwoorden mogelijk!
A
Celkern
B
Celwand
C
Celmembraan
D
Cytoplasma

Slide 4 - Quizvraag

Waar bestaat Cytoplasma uit?

(Meerdere antwoorden zijn goed)
A
Water
B
Kernplasma
C
Celorganellen
D
Opgeloste stoffen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de functie van de celkern?
A
Stevigheid
B
Wateropslag regelen
C
Opslag van DNA
D
Alle celorganellen op hun plek houden

Slide 6 - Quizvraag

1
2
3
4
Celmembraan
Mitochondriën
Cytoplasma
Celkern
lysosoom
Golgiapparaat

Slide 7 - Sleepvraag

Welk celorganel maakt eiwitten aan?
A
Mitochondriën
B
Golgi systeem
C
Endoplasmatisch reticulum
D
Ribosomen

Slide 8 - Quizvraag

Bouw van het Golgi-apparaat
  •  Italiaanse ontdekker 
  • een stapel van afgeplatte zakjes begrensd door membraan.
  • afgeplatte zakjes: cisternae  
  • Aan oppervlakte van cisternae 
        worden Golgiblaasjes afgesnoerd

Slide 9 - Tekstslide

aan de oppervlakte van de golgiblaasjes worden cristernae afgesnoerd
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Eigenschappen Golgiapparaat

  • fabriek waar stoffen worden aangevoerd en na bewerking weer afgevoerd
  • Voor de bewerkingen zijn er veel enzymen aanwezig.
  • Vooral de cellen van secretieorganen 
       bezitten bijzonder veel golgicomplexen

Slide 11 - Tekstslide

Wat doen enzymen?
A
Enzymen verbranden voedingsstoffen
B
Enzymen versnellen het afbreken van voedingsstoffen
C
Enzymen bevatten verteringssappen
D
Enzymen nemen voedingstoffen op in het bloed

Slide 12 - Quizvraag

enzymen zijn....
A
koolhydraten
B
eiwitten
C
suikers
D
vetten

Slide 13 - Quizvraag

enzymen worden geproduceerd in de ...
A
celkern
B
cytoplasma
C
ribosomen
D
celmembraan

Slide 14 - Quizvraag

functie van het Golgiapparaat 
  • bewerkt stoffen met behulp van enzymen in de cisternae.
  • proteïnen afkomstig van RER afgewerkt
  • de afgewerkte proteïnen worden verpakt in golgiblaasjes 
  • golgiblaasjes naar 3 bestemmingen 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Golgisysteem en lysosoom

Slide 18 - Tekstslide

Zet de organellen in de juiste volgorde voor de aanmaak van eiwitten
A
Ribosoom - Celkern - Golgi - ER
B
ER - Golgi - Vacuole - Celkern
C
Celkern- Golgi - ER - Ribosoom
D
Celkern - Ribosoom - ER - Golgi

Slide 19 - Quizvraag

Mitochondriën
Golgi-systeem
E.R.  (Endoplasmatisch reticulum)
Ribosoom

Slide 20 - Sleepvraag

Slide 21 - Video

het lysosoom 
  • bouw: een blaasje dat zich in het cytoplasma bevindt

  • eigenschappen: lysosomen zijn golgiblaasjes, hun lumen bevat afbrekende enzymen. 

Slide 22 - Tekstslide

Lysosoom functie
  • celeigen bestanddelen afbreken (=autofagie)
  • extracellulair materiaal afbreken (=heterofagie)

Slide 23 - Tekstslide

Sleep de organellen naar de juiste functie.
Transportsysteem
Levert energie
Breekt stoffen af
Maakt eiwitten
Bevat chromosomen
Celkern
Ribosomen
Lysosoom
Mitochondriën
ER
Golgi-systeem

Slide 24 - Sleepvraag

Energiecentrales van de cel zijn
A
Vacuoles
B
Endoplasmatisch reticulum
C
Golgi-systeem
D
Mitochondriën

Slide 25 - Quizvraag

Welke onderdelen van de cel verpakt eiwitten in transportblaasjes?
A
Celkern
B
Lysosomen
C
Golgisysteem
D
Endoplasmatisch Reticulum

Slide 26 - Quizvraag

Waar in de cel wordt een polypeptideketen gevouwen tot een eiwit?
A
Celkern
B
Endoplasmatisch reticulum
C
Golgisysteem
D
Ribosomen

Slide 27 - Quizvraag

Wat betekent heterofagie?

Slide 28 - Open vraag

Wat betekent autofagie?

Slide 29 - Open vraag