Elektrische fiets

H3: De elektrische fiets
Theorie
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuur Ruimte en TechniekSecundair onderwijs

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

H3: De elektrische fiets
Theorie

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
- Duurzaamheid
- Dynamo / Elektromotor
- Elektriciteit
- Stroomkringen: klassiek, serie en parallel

Slide 2 - Tekstslide

Duurzaamheid

Slide 3 - Tekstslide

Verschillende gebieden
DUURZAAM WONEN
DUURZAME KLEDING
DUURZAAM REIZEN
DUURZAAM MET AFVAL
DUURZAAM ETEN
DUURZAAM ENERGIE

Slide 4 - Tekstslide

Competenties: Duurzaamheid
Wat is duurzaamheid eigenlijk?
Hoe kunnen we er voor zorgen dat we duurzamer worden?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide



         Duurzaam


     Niet duurzaam

Slide 8 - Tekstslide

DUURZAAMHEID IS DUS:
  • Je gebruikt de aarde zo dat de volgende generaties er ook nog gebruik van kunnen maken
  • Iets dat lang mee gaat is duurzaam
  • Rekening houden met mensen, welvaart en de aarde bij alles wat je doet. (= de 3 P's)

Slide 9 - Tekstslide

Energiebronnen - Duurzaam/niet duurzaam

Slide 10 - Tekstslide

Energiebronnen - Duurzaam/niet duurzaam

Slide 11 - Tekstslide

Welke elektrische
componenten kan je
vinden op een fiets?

Slide 12 - Woordweb

Een dynamo
Een dynamo

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een dynamo?
om energie op te wekken waardoor er spanning beschikbaar is voor de verlichting op de fiets. 

 De fietsdynamo wordt in werking gezet door de rotatie van het fietswiel waarop de aandrijfwiel van de fietsdynamo is aangesloten.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Tot welk onderdeel van de elektrische kringloop behoort een dynamo?
A
Een geleider
B
Een verbruiker
C
Een bron
D
Een schakelaar

Slide 16 - Quizvraag

Een bron!
De fietsdynamo dient om energie zelf op te wekken voor de fietslamp.

Slide 17 - Tekstslide

Welke energieomzetting gebeurt er bij de fietsdynamo?
A
Van beweging naar beweging
B
Van elektriciteit naar licht
C
Van beweging naar elektriciteit naar licht
D
Van licht naar beweging

Slide 18 - Quizvraag

Van beweging naar elektriciteit naar licht
Deze omzetting kan je ook terugvinden in andere voorwerpen zoals een herlaadbare lamp, een knijpkat, een windturbine, 
een alternator, .... enz. 

Slide 19 - Tekstslide

Elektromotor
Wordt gebruikt bij bijna alle elektrische toestellen. Het ziet hetzelfde uit als een dynamo, alleen is de elektromotor niet de bron maar een verbruiker. Elektriciteit wordt omgezet naar beweging (omgekeerde van een dynamo!).

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Elektriciteit

Slide 22 - Tekstslide

Statische en dynamische elektriciteit

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Stroomkringen

Slide 26 - Tekstslide

Een eenvoudige elektrische kring bestaat uit vier basiselementen. Welke hoort er NIET bij?
A
Verbruiker (Lamp)
B
Weerstand
C
Schakelaar
D
Bron

Slide 27 - Quizvraag

Een eenvoudige elektrische kring
 bestaat uit vier basiselementen:

- Bron: levert de elektrische energie aan;
- Geleiders: geleiden de elektrische stroom;
- Verbruiker: zet de elektriciteit om in een andere energievorm zoals een lamp (omzetten naar licht)
- Schakelaar: laat de stroom door of onderbreekt hem, sluit of opent een elektrische kring.
--> Een weerstand hoort niet bij de 4 basiselementen. 

Slide 28 - Tekstslide

Welk onderdeel van de eenvoudige elektrische kring is dit?
A
Schakelaar
B
Verbruiker
C
Bron
D
Geleider

Slide 29 - Quizvraag

Een spanningsbron
Levert elektrische energie aan. Dit kan op verschillende manieren (batterij, stopcontact, zonnepaneel, ... enz.)

Slide 30 - Tekstslide

Een sensor is eigenlijk een automatische schakelaar.
Juist of fout?
A
Juist
B
Fout

Slide 31 - Quizvraag

Welk onderdeel van de eenvoudige elektrische kring is dit?
A
Geleider
B
Verbruiker
C
Bron
D
Schakelaar

Slide 32 - Quizvraag

Een verbruiker
Deze verbruikt elektriciteit en zet het om in een andere energievorm: 
- Licht (bv. een lamp)
- Beweging (bv. een motor of een zoemer) 
- Warmte (bv. een verwarmings -element)
Een ander woord voor verbruiker is actuator. 

Slide 33 - Tekstslide

Juist! 
Schakelaars die je niet handmatig bedient, maar die automatisch in werking treden, zijn sensoren.


Voorbeelden: lichtsensor, bewegingssensor, temperatuursensor, afstandsensor, ... enz. 

Slide 34 - Tekstslide

Als je een schakelaar sluit, opent de stroomkring.
Juist of fout
A
Juist
B
Fout

Slide 35 - Quizvraag

Fout! 
De elektrische stroom kan dan niet van de bron naar de verbruiker vloeien, waardoor die niet in werking treedt. 

Slide 36 - Tekstslide

De elektrische stroomkring gebeurt in 2 fases: invoer en uitvoer.
Juist of fout?
A
Juist
B
Fout

Slide 37 - Quizvraag

Klopt
Alle schakelaars zijn invoeren. Een ander woord voor invoer is input.
En een ander woord voor verbruiker is actuator, uitvoer of output.

Slide 38 - Tekstslide

Bij het uittekenen van de stroomkringen gebruiken we altijd deze symbolen! 

Slide 39 - Tekstslide

Serie- en parallelschakeling
Bij meer dan één verbruiker

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Slide 44 - Tekstslide