Grammaire regelmatige ww op -re klas 2

Bonjour tout le monde!
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bonjour tout le monde!

Slide 1 - Tekstslide

Le programme

  • Uitleg grammaire: de regelmatige ww op -re
  • Faire les exercices
  • Leren: Vocabulaire A, B, E 


Slide 2 - Tekstslide

Regelmatige ww op -re
  • Veel werkwoorden in het Frans eindigen op -re
bijvoorbeeld:
  • attendre (wachten)
  • descendre (naar beneden gaan, uitstappen)
  • entendre (horen)

Bijna al deze werkwoorden worden op dezelfde manier vervoegd. Dit noemen we de regelmatige werkwoorden op re. 

Slide 3 - Tekstslide

Regelmatige ww op -re
- Alle ww die eindigen op -re maak je op dezelfde manier.
Er zijn twee stappen voor:
1) STAM = hele ww - re
2) STAM + uitgang (zie volgende pagina)

Bijvoorbeeld: attendre - er = de stam is: attend

Slide 4 - Tekstslide

ww op -re vervoegen: attendre
Frans
Nederlands
je attends
ik wacht
tu attends
jij wacht
il/elle attend
hij/zij wacht
on attend
wij/men wachten
nous attendons
wij wachten
vous attendez
u wacht/jullie wachten
ils/elles attendent
zij wachten

Slide 5 - Tekstslide

Vul de juiste vorm van het ww in:
Nous (attendre) le prof.
A
attends
B
attend
C
attendons
D
attendez

Slide 6 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van het ww in:
La fille (rendre) le livre.
A
rends
B
rend
C
rendez
D
rendons

Slide 7 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van het ww in:
Vous (entendre) la classe?
A
entends
B
entend
C
entendez
D
entendent

Slide 8 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van het ww in:
Tu (vendre) ta maison.
A
vends
B
vend
C
vendons
D
vendent

Slide 9 - Quizvraag

Passé composé (verleden tijd)
  • De passé composé is de verleden tijd.
  • Die bestaat uit een hulpww (avoir) + voltooid deelwoord.
  • het voltooid deelwoord van ww op -re eindigt op een u

Ik heb verloren = J'ai perdu
Zij heeft verloren = Elle a perdu

Slide 10 - Tekstslide

Zet het ww in de goede vorm van de passé composé:
Vous (entendre)?
A
as entendu
B
as entendé
C
avez entendu
D
avez entendé

Slide 11 - Quizvraag

Zet het ww in de goede vorm van de passé composé:
J' (vendre) ma maison.
A
ai vendé
B
ai vendu
C
a vendé
D
a vendu

Slide 12 - Quizvraag

Zet het ww in de goede vorm van de passé composé:
Elles (répondre) au prof.
A
a répondé
B
a répondu
C
ont répondé
D
ont répondu

Slide 13 - Quizvraag

Zet het ww in de goede vorm van de passé composé:
Tu (répondre) au prof.
A
ai répondé
B
as répondu
C
as répondé
D
ai répondu

Slide 14 - Quizvraag

Faire les exercices!

Wat?:
 faire ex. 29 t/m 31
Hulpmiddel?: Cahier d’activités A + en ligne
Hoe?: Eerste 5 min. zelfstandig
Klaar?: - Slimstampen vocabulaire A,B,E

Slide 15 - Tekstslide