Levend Water - Rechters

Welke goden vereerden de Kanaänieten?
A
Wodan
B
Baäl
C
Donar
D
Nimrod
1 / 30
volgende
Slide 1: Quizvraag
GodsdienstBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Welke goden vereerden de Kanaänieten?
A
Wodan
B
Baäl
C
Donar
D
Nimrod

Slide 1 - Quizvraag

Wat hadden ze gemaakt voor de god Asjera?
A
steen
B
vijver
C
paal
D
kist

Slide 2 - Quizvraag

Waarom mogen de Israëlieten geen afgoden vereren?
A
Dat mag niet van de koning
B
Dat heeft God verboden
C
Afgoden zijn niet eerlijk
D
Het goede antwoord staat er niet bij

Slide 3 - Quizvraag

Welke koning wordt door de rechter Ehud gedood?
A
Salomo
B
Willem Alexander
C
Eglon
D
Justus

Slide 4 - Quizvraag

Wat was opvallend aan rechter Ehud?
A
Hij was doof
B
Hij was rechtshandig
C
Hij was klein
D
Hij was linkshandig

Slide 5 - Quizvraag

Hoe heette de vrouw die ook rechter was?
A
Sara
B
Izebel
C
Maria
D
Debora

Slide 6 - Quizvraag

Hoe heette de legerleider van koning Jabin van de Kanaänieten?
A
Joas
B
Sisera
C
Jabin
D
Gideon

Slide 7 - Quizvraag

Waarmee werd Sisera gedood?
A
Hamer
B
Bijl
C
Tentpin
D
Speer

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de taak van een rechter?
A
De mensen vertellen van God
B
Zorgen dat de stad goed bestuurd wordt
C
De koning advies geven
D
Helpen bij de oogst

Slide 9 - Quizvraag

Met hoeveel mannen moet Gideon gaan vechten tegen de Midjanieten?
A
10.000
B
500
C
300
D
3000

Slide 10 - Quizvraag

Wat doen de mannen van Gideon om de Midjanieten te verslaan?
A
Ze slaan kruiken stuk en zwaaien met fakkels
B
Ze steken de tenten in brand
C
Ze sluipen het kamp binnen en gaan vechten
D
Ze slaan om trommels

Slide 11 - Quizvraag

Uit welke stam komt Gideon?
A
Efraïm
B
Manasse
C
Ruben
D
Benjamin

Slide 12 - Quizvraag

Welke bijnaam krijgt Gideon als hij het altaar van Baäl heeft afgebroken?
A
Baäljerub
B
Jerubbaäl
C
BaälBerit
D
OfraBaál

Slide 13 - Quizvraag

Welk dier offert Gideon op het nieuwe altaar van God?
A
Lam
B
Ram
C
Stier
D
Bok

Slide 14 - Quizvraag

Waarom straft God het volk steeds?
A
God wil de mensen bang maken
B
De mensen zijn steeds weer ongehoorzaam
C
De mensen hebben de rechters gedood
D
Het goede antwoord staat er niet bij

Slide 15 - Quizvraag

Hoe heet de vader van Gideon?
A
Jaël
B
Noach
C
Joas
D
Manasse

Slide 16 - Quizvraag

Wat willen de mensen doen met Gideon als hij de Midjanieten heeft verslagen?
A
Leider van het leger maken
B
Koning maken
C
Gideon krijgt een stad als cadeau
D
Een standbeeld wordt opgericht

Slide 17 - Quizvraag

Welke rechter strijdt tegen de Ammonieten en Filistijnen?
A
Ehud
B
Samgar
C
Jefta
D
Gideon

Slide 18 - Quizvraag

Welke stam wordt boos op Jefta nadat de Ammonieten waren verslagen?
A
Manasse
B
Dan
C
Naftali
D
Efraïm

Slide 19 - Quizvraag

Welk woord kunnen de Efraïmieten niet goed zeggen?
A
Stibbeljet
B
Skibbeljet
C
Sjabbeljet
D
Sjibbolet

Slide 20 - Quizvraag

Jefta woonde in de stad?
A
Ofra
B
Tob
C
Sichem
D
Silo

Slide 21 - Quizvraag

Hoe heet een koning van de Midjanieten?
A
Zalmunna
B
Isboseth
C
Ficron
D
Suraja

Slide 22 - Quizvraag

Wat breekt Gideon af in de stad Penuël?
A
De muur
B
De poorten
C
De toren
D
De huizen

Slide 23 - Quizvraag

Waarmee straft Gideon de inwoners van Sukkot?
A
Met een slan
B
Met een stok
C
Met een touw
D
Met doorntakken

Slide 24 - Quizvraag

Hoeveel broers doodt Abimelech om zelf koning te worden?
A
60
B
50
C
10
D
70

Slide 25 - Quizvraag

Hoe wordt Abimelech gedood?
A
Hij krijgt een steen op zijn hoofd
B
Hij wordt geraakt door een pijl
C
Hij wordt ziek en sterft
D
Hij verdrinkt in het moeras

Slide 26 - Quizvraag

Welke halfbroer wordt niet gedood?
A
Joas
B
Miglon
C
Jotam
D
Dat weten we niet

Slide 27 - Quizvraag

Welke fabel vertelt Jotam aan de mensen?
A
Over dieren die een koning zochten
B
Over de druiven en de oogst
C
Over het brandende koren
D
Over bomen die een koning zochten

Slide 28 - Quizvraag

Hoe wil Abimelech koning zijn?
A
Hij wil veel oorlogen voeren
B
Hij wil graag rijk worden
C
Hij wil als koning heersen
D
Hij wil goed voor de mensen zorgen

Slide 29 - Quizvraag

Welke dwaze belofte doet Jefta?
A
Hij belooft zijn huis te verkopen
B
Hij belooft God te dienen
C
Hij belooft goed voor de armen te zorgen
D
Zijn dochter zal aan de Heer gegeven worden

Slide 30 - Quizvraag