6.1 De middeleeuwse stad 1hv3
1 / 28
Lesduur is: 80 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Wat is het drieslagstelsel?
A
Grond in drie delen verdelen
B
Grond niet gebruiken voor landbouw
Slide 8 - Quizvraag
Wie trok de nieuwe ijzeren ploeg?
A
Paarden
B
Ezel
Slide 9 - Quizvraag
Wat is verstedelijking?
A
Ontstaan en groeien van steden
B
Afname van de landbouwproductie
Slide 10 - Quizvraag
Wat veranderde door nieuwe landbouwtechnieken?
A
Meer horigen op de domeinen
B
Minder horigen nodig op domeinen
Slide 11 - Quizvraag
Wat gebeurde er met de samenleving?
A
Van landbouwsamenleving naar landbouw-stedelijke samenleving
B
Alleen landbouwsamenleving bleef bestaan
Slide 12 - Quizvraag
Wie mocht een beroep uitoefenen?
A
Alleen de rijksten
B
Iedereen in de stad
C
Leden van het gilde
D
Alleen ouderen
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een gilde?
A
Een type stad of dorp
B
Een soort feest
C
Een opleiding voor studenten
D
Een vereniging van ambachtslieden
Slide 14 - Quizvraag
Wat deed een gilde voor zijn leden?
A
Organiseerde alleen feesten
B
Zorgde voor opleiding
C
Verkocht producten
D
Bouwde huizen
Slide 15 - Quizvraag
Speelden vrouwen een rol in de economie?
A
Nee, ze waren volledig uitgesloten
B
Ja, in werkplaatsen en winkels
Slide 16 - Quizvraag
Wat wilden steden toen ze groeiden?
A
Minder belasting betalen
B
Zelfstandig bestuur
C
Stadsrechten aanvragen
D
Afhankelijk van de heer blijven
Slide 17 - Quizvraag
Wie bestuurde de steden?
A
Enkel de heer van de stad
B
Burgemeesters en de stadsraad
Slide 18 - Quizvraag
Wat moesten steden betalen aan de heer?
A
Belastingen en geld voor stadsrechten
B
Geen enkele vergoeding
Slide 19 - Quizvraag
Waarom wilden steden zelfstandiger worden?
A
Minder belasting betalen
B
Niet afhankelijk van de heer
C
Groter grondgebied verwerven
D
Meer soldaten leveren
Slide 20 - Quizvraag
Wat kregen steden met stadsrechten?
A
Recht om te emigreren
B
Recht om muren te bouwen
C
Recht om soldaten te doden
D
Recht op koninklijke titels
Slide 21 - Quizvraag
Wat mochten vrouwen niet doen?
A
Bijdragen aan de economie
B
Meebeslissen in het bestuur
C
Werken in winkels
D
Helpen op markten
Slide 22 - Quizvraag
Wie bestuurde de steden?
A
Heren en ridders
B
Boeren en arbeiders
C
Vrouwen en kinderen
D
Burgemeesters en stadsraad
Slide 23 - Quizvraag
Wat gebruikten handelaars om te betalen?
A
Slechts contant geld
B
Munten of per wissel
Slide 24 - Quizvraag
Wat is de naam van het handelsnetwerk?
A
De Gilde
B
De Hanze
Slide 25 - Quizvraag
Waar vond de groei in handel plaats?
A
Aan de Noordzee en Oostzee
B
In de bergen van Duitsland
