4.1 Waarom verzeker je dat?

Verwachtingen vandaag!
  • Mijn boek ligt open op paragraaf: 4.1 blz. 106
  • Ik heb alleen de benodigde spullen op tafel: Boek, schrift, etui en rekenmachine.
  • Als ik wat wil zeggen steek ik mijn hand op
  • Als de docent praat ben ik stil
  • Ik respecteer een ander en zijn eigendommen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Verwachtingen vandaag!
  • Mijn boek ligt open op paragraaf: 4.1 blz. 106
  • Ik heb alleen de benodigde spullen op tafel: Boek, schrift, etui en rekenmachine.
  • Als ik wat wil zeggen steek ik mijn hand op
  • Als de docent praat ben ik stil
  • Ik respecteer een ander en zijn eigendommen

Slide 1 - Tekstslide

H4 Kies je voor zekerheid?
Paragraaf 4.1 Waarom verzeker je dat?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 4.1
  • Je kunt uitleggen wanneer het zinvol is om iets te verzekeren.
  • Je kunt met gegeven informatie een premie opzoeken of berekenen.
  • Je kunt met behulp van informatie de verzekeringskosten berekenen.
  • Je kunt uitleggen hoe een schadevergoeding wordt vastgesteld.

Slide 3 - Tekstslide

Verzekeren
  • Als je iets wil verzekeren, kijk je naar het risico dat je loopt.
  • Het risico hangt af van de kans op schade en van de waarde van wat je wilt verzekeren.
  • Wat de verzekering dekt staat in de polisvoorwaarden.
  • Je kunt iets alleen verzekeren tegen een onzeker voorval. Dat is iets waarvan je niet weet wanneer en of dat ooi zal gebeuren, zoals een ongeluk of diefstal. 

Slide 4 - Tekstslide

Premie
  • Om verzekerd te zijn, betaal je aan de verzekeraar een premie
  • De premie kan in verhouding laag zijn als veel mensen een verzekering afsluiten en weinig mensen schade hebben.
  • Met de premies kan de verzekeraar de schades vergoeden en zijn kosten dekken.
  • Een verzekeraar wil meestal ook nog winst maken.

Slide 5 - Tekstslide

Verzekeringskosten
  • Een verzekering kost meer dan alleen de premie.
  • Soms betaal je bij het afsluiten poliskosten.
  • Op het laatst komt er over premie + poliskosten ook nog assurantiebelasting bij.
  • Assurantie is een ander woord voor verzekering.
  • Alles samen vormen ze de verzekeringskosten.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel krijg je vergoed?
  • Als je verzekerd bent, heb je bij schade recht op schadevergoeding.
  • Soms is een bepaalde schade uitgesloten. Dan krijg je niets uitgekeerd.
  • Als je een verzekering met een eigen risico hebt, moet je een deel van de schade zelf betalen.
  • Dan krijg Je dus minder vergoed door de verzekeraar.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Aan het werk!
Maken opdrachten 4.1: 2, 3, 5, 7, 8 en 9
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken herhalingsopdrachten 4.1
Veel goed? -> Maken plusopdrachten 4.1 

 

timer
25:00

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen herhalen
  • Je kunt uitleggen wanneer het zinvol is om iets te verzekeren.
  • Je kunt met gegeven informatie een premie opzoeken of berekenen.
  • Je kunt met behulp van informatie de verzekeringskosten berekenen.
  • Je kunt uitleggen hoe een schadevergoeding wordt vastgesteld.

Slide 11 - Tekstslide