Dementie

VVT: Thema 3 Ho 9, 10, 11, 12
Zorgvragers met psychogeriatrische aandoeningen
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

VVT: Thema 3 Ho 9, 10, 11, 12
Zorgvragers met psychogeriatrische aandoeningen

Slide 1 - Tekstslide

Wat komt bij jou boven als je denkt aan dementie?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Kaart

Wat zag jij op het vorige plaatje?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Dementie
Dementie is de naam voor een combinatie van symptomen (een syndroom), waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken.

Slide 7 - Tekstslide

Cognitieve stoornissen
Denkstoornissen:
De zorgvrager heeft moeite om nieuwe informatie te onthouden en heeft problemen met spreken of met normale dagelijkse handelingen (aankleden) 

Slide 8 - Tekstslide

Mild cognitive impairment
Achteruitgang van een enkele cognitieve stoornis --> vb geheugen. (wel erger dan past bij de leeftijd)
Dit is wel een risicofactor voor het ontwikkelen van dementie

Slide 9 - Tekstslide

Cognitieve stoornissen
  • geheugenstoornissen: opnemen nieuwe info
  •  Afasie; taalstoornis.
  • Apraxie; motorische stoornis.
  • Agnosie; onvermogen om objecten te herkennen.
  • Stoornis in uitvoerende functies; planning, organiseren.

Slide 10 - Tekstslide

Werking van de hersenen
  1. Werkgeheugen (korte termijn)
  2. langetermijngeheugen 

Slide 11 - Tekstslide

Hippocampus

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de functie van de hippocampus?
A
het doorgeven van informatie
B
het opnemen van nieuwe informatie
C
A en B is juist
D
het doorgeven van geheugen

Slide 13 - Quizvraag

In welke kwab bevindt de hippocampus zich?

Slide 14 - Open vraag

Stadia van dementie (1)
  • Stadium 1: beginnende dementie: minimale veranderingen
  • Stadium 2: matig ernstige dementie: vergeetachtig, verlies zelfvertrouwen, besef van achteruitgang, haalt heden en verleden soms door elkaar

Slide 15 - Tekstslide

Stadia van dementie (2)
  • Stadium 3: ernstige dementie: leeft in verleden, vaak jonge versie van zichzelf, moeite zich verbaal te uitten, volledig afhankelijk van anderen. Desoriëntatie tijd, plaats en persoon
  • Stadium 4: ernstige dementie: interactie is beperkt, nauwelijks lopen, foetushouding

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Mijn moeder heeft de diagnose dementie, ze vergeet soms het vuur uit te zetten en vergeet soms wie ik ben. In welke fase van dementie verkeert mijn moeder?

Slide 18 - Open vraag

Specifieke uiting van gedrag
  • perserveren (herhalen)
  • confabuleren ( overdreven, gefantaseerde of onware verhalen vertellen)
  • verzamelzucht
  • achterdocht
  • Decorumverlies (verlies aan uiterlijke waardigheid, verlies waarden en normen)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Welke vorm van belevingsgerichte benadering wordt toegepast in de vorige video
A
ROB
B
Validation
C
zintuigactivering
D
reminiscentie

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Video

In welk stadium van dementie bevindt Henry zich?

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide