1.7 roken en blowen

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

1.7 Roken en blowen

Doelstelling: 

-Je kent de mogelijke gevolgen van verslaving aan roken en blowen.

lezen par 1.7

Roken

Wat doet?

• Nicotine
• Teer
• Koolstofmonoxide

Nicotine: verslavend, opwekkend effect, verhoging hartslag en bloeddruk -> grotere kans hart en vaatziekten

Teer: schade binnenkant luchtwegen, slijm slecht afvoeren -> rokershoest, grotere kans infectie, bruine aanslag op vingers en tanden

Koolstofmonooxide: opgenomen in bloed, neemt plek zuurstof in -> cellen te weinig zuurstof

Verslavend

geestelijk afhankelijk: behoefte aan nicotine

gewenning: steeds meer nicotine nodig voor prettig gevoel

lichamelijk afhankelijk: ontwenningsverschijnselen bij niet roken

-> moeilijk om te stoppen

Stel je voor...

Als je bij de supermarkt komt, staan er altijd mensen te roken bij de ingang. Je ergert je hieraan en gaat een brief schrijven aan de gemeente. Welke argumenten gebruik je om hen te overtuigen een rookverbod op te leggen?

2 minuten zelf denken

2 minuten overleggen met je buur

klassikaal bespreken

Neem deze begrippen over en vul aan welke verbanden er tussen deze begrippen bestaan

Aan het werk

Maken opdracht 1 t/m 5 blz 53

Nakijken par 1 t/m 6

Leren par 1 t/m 6

Donderdag 23 okt. PW H1 par 1 t/m 8

(havo hoeft 6 en 8 niet te leren)

Bouw strotten-hoofd

schildkraakbeen: aan voorkant strottenhoofd

stembanden: 2 vliezen die in trilling kunnen worden gebracht

liggen tussen schildkraakbeen en bekerkraakbeentjes

De stembanden

Stembanden kunnen bewegen om de stemspleet nauwer of wijder te maken

Om geluid te maken breng je de stembanden dichtbij elkaar. Dan wordt de uitgedemde lucht in trilling gebracht

Hoe strakker ze staan hoe meer trilling. 

Hoe meer trilling hoe hoger het geluid.

Herkenbare klanken maken

Door de stand van:

tong

tanden

lippen

mondholte