Chemisch rekenen (hfd4, V4, Chemie) herhaling §1 t/m 3

Herhaling 
§4.1 t/m 4.3
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhaling 
§4.1 t/m 4.3

Slide 1 - Tekstslide

Onderwerpen
* significantie
* atoommassa/ionmassa en molecuulmassa
* chemische hoeveelheid

Slide 2 - Tekstslide

§4.1 Significantie
* geeft nauwkeurigheid van meting aan.
*  + of - ? Houd dan het kleinste aantal cijfers achter de komma aan voor het aantal cijfers achter de komma in je antwoord.
* x of : ? Houd dan het kleinste aantal cijfers aan.  
* telwaarden zijn altijd hele getallen en hebben geen invloed op het aantal significante cijfers.

Slide 3 - Tekstslide

§4.2 Massa's (1)
plaats
lading
massa
proton
kern
+1
1u
neutron
kern
0
1u
elektron
schillen
-1
0
* massa zit in de kern.
* elektronen wegen "niets", dus een atoom en ion wegen even veel.

Slide 4 - Tekstslide

§4.2 Massa's (2)
Moleculen bestaan uit atomen.
Molecuulmassa is de som van de atoommassa's van dat molecuul.
Zouten hebben een verhoudingsformule. Deze verhouding geeft de "molecuulmassa" van dit zout. 
Massapercentages volgen uit de formule en de massa (en omgekeerd).

Slide 5 - Tekstslide

§4.3 Chemische hoeveelheid (1)
* 1 u = 1,66*10^-27 kg. Vreselijk onhandig om mee te rekenen!
* We kunnen naar handigere massa's via chemische hoeveelheid "mol".
* De chemische hoeveelheid mol is te vergelijken met een dozijn (12) of gros (144).
* 1 mol = 6,022*10^23 moleculen.


Slide 6 - Tekstslide

§4.3 Chemische hoeveelheid (2)
* 1 u = 1,66*10^-27 kg = 1,6*10^-24 g
* 1 mol = 6,022*10^23 moleculen.
* 1u x 1 mol = 1,66*10^-24g x 6,022*10^23 moleculen = 1g
* CO2 = 44,01 u (12,01 + 2x16,00)
   1 mol CO2 (6,022*10^23 moleculen) wegen: 44,01u x  1,66*10^-24 g/u x 6,022*10^23 moleculen/mol =  44,01g

Slide 7 - Tekstslide

§4.3 Molair volume
* In  een gas is er veel ruimte tussen de deeltjes.
* 1 mol gas neemt daarom altijd hetzelfde volume in (bij gelijke druk en temperatuur)
* Vm = 22,41 dm3/mol  bij T = 273K, p=p0
* Vm = 24,5 dm3/mol bij T = 298K, p=p0

Slide 8 - Tekstslide

§4.3 Molariteit
* Concentratie ken je in g/L (gram per liter)
* Concentratie kan ook in mol/L = M (mol per liter)
* Concentratie in M heet ook molariteit. 

Slide 9 - Tekstslide

grootheden, symbolen, eenheden
massa
m
g
volume
v
L
dichtheid
p
g/cm3
chemische hoeveelheid
n
mol
molaire massa
relatieve atoommassa
M
Mr
g/mol
u
molair volume
Vm
dm3/mol
concentratie
molariteit
c
c
g/L
mol/L of M

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel weegt is 0,25mol methaan (CH4)?

Slide 11 - Open vraag

Hoeveel weegt is 0,25mol methaan (CH4)?

Slide 12 - Tekstslide

Hoeveel mol is 3,86g zuurstof?

Slide 13 - Open vraag

Hoeveel mol is 3,86g zuurstof?

Slide 14 - Tekstslide

En nu?
*  volgende les: §4.4 Rekenen aan reacties
* huiswerk opgaven 19 t/m 21
* account aanmaken op lesson.com

Slide 15 - Tekstslide