Les 1 - week 10 - Oriëntatie & Griekse stadstaten

Griekse stadstaten - les 1 - MH1 
Tijdvak 2 Grieken & Romeinen (3000 v.Chr. tot 500 n.Chr.) 
CSB
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Griekse stadstaten - les 1 - MH1 
Tijdvak 2 Grieken & Romeinen (3000 v.Chr. tot 500 n.Chr.) 
CSB

Slide 1 - Tekstslide

Programma 
1. Voorkennis: weten we nog leerdoel 4 - prehistorie?      (5 min) 
2. Opschrijven: doel 1 & 2  (H2. Grieken & Romeinen )       (2 min)
3. Verhaal: het begin van de Klassieke Oudheid                 (10 min)  
4. Zelfstandig aan de slag                                                             (20 min)
5.  Test: leerdoel 1 & 2                                                                       (10 min)
6. Proefwerk H1 - Jagers, boeren en Egyptenaren              (8 min) 

Slide 2 - Tekstslide

Surfen!
1. Ga naar LessonUp.com
2. Vul de lesCode in die op het bord staat.

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis!
De prehistorie betekent:
A
De voorgeschiedenis, de periode waarbij het schrift nog niet was uitgevonden.
B
De voorgeschiedenis, de periode waarbij het schrift al was uit gevonden.
C
Gewoon de geschiedenis, de periode waarbij het schrift nog niet was uitgevonden.
D
Gewoon de geschiedenis, de periode waarbij het schrift al was uitgevonden.

Slide 4 - Quizvraag

Leerdoelen les 1 - Griekse stadstaten (2.1) 
1. Je kent de titel van tijdvak 2 en je kent de jaartallen die bij dit tijdvak horen. 

2. Je kunt het begrip stadstaat uitleggen en je kunt drie kenmerken opnoemen van een stadstaat


Al klaar met schrijven? Lees dit!

Slide 5 - Tekstslide

TV. 1 Jagers, de eerste boeren en Egyptenaren
  • Prehistorie: Voorgeschiedenis aan de hand van ongeschreven bronnen. 
  • 300.000 v.Chr. tot 3000 v.Chr.  
  • En de Egyptenaren? 

Slide 6 - Tekstslide

Verhaal: de Oudheid is overal! 

  • De Oudheid: de eerste Westerse beschavingen. (oude Grieken) 
  • Tijdvak 2: Grieken & Romeinen 
  • Jaartallen: 3000 v.Chr. tot 500 n. Chr.
Leerdoel 1
1. Je kent de titel van tijdvak 2 en je kent de jaartallen die bij dit tijdvak horen. 

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel jaar duurt tijdvak 2 - Grieken & romeinen (3000 v.Chr. tot 500 na Chr.) in totaal?
A
2500 jaar
B
3000 jaar
C
3500 jaar

Slide 8 - Quizvraag

Aan de slag met:
Om leerdoel 2 te beantwoorden volg je de volgende stappen:  
  1. Je leest blz. 76- stadstaten 
  2. Je maakt vraag 3A tot en met 4B. 
  3. Je geeft antwoord in je schrift op leerdoel 2. 
  4. Klaar? Zie hier onder verdieping of oefenen

Oefenen
Maak extra opdrachten over jaartallen & eeuwen op blz. 105 opdracht 1A tot en met 2C.
Leerdoel 2
2. Je kunt het begrip stadsstaat uitleggen en je kunt drie kenmerken opnoemen van een stadsstaat. 

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag met:
Om leerdoel 2 te beantwoorden volg je de volgende stappen:  
  1. Je leest blz. 33- stadstaten 
  2. Je maakt vraag 2A tot en met 4 
  3. Je geeft antwoord in je schrift op leerdoel 2. 
  4. Klaar? Zie hier onder verdieping of oefenen

Oefenen
Maak extra opdrachten over jaartallen & eeuwen op blz. 105 opdracht 1A tot en met 2C.
Leerdoel 2
2. Je kunt het begrip stadsstaat uitleggen en je kunt drie kenmerken opnoemen van een stadsstaat. 

Slide 10 - Tekstslide

  • Stadsstaat:  Bestaat uit een stad en  gebieden daarom heen. 

  • Drie kenmerken stadsstaten: 
  • 1. De meeste stadstaten waren klein, behalve; Athene & Sparta 
  • 2. De cultuur van de verschillende stadsstaten was hetzelfde. 
  • 3. Griekse stadstaten hadden hun eigen bestuur en eigen wetten. 
Leerdoel 2
2. Je kunt het begrip stadsstaat uitleggen en je kunt drie kenmerken opnoemen van een stadsstaat. 

Slide 11 - Tekstslide

Leg in eigen woorden uit wat een stadsstaat is.

Slide 12 - Open vraag

Wat is GEEN kenmerk van een Griekse stadsstaat?
A
De grens van de stadstaat houdt op bij de muur van de stad.
B
De cultuur van de verschillende Griekse stadstaten was hetzelfde.
C
Griekse stadstaten hadden hun eigen wetten en bestuur.
D
Griekse stadsstaten waren meestal klein.

Slide 13 - Quizvraag

PROEFWERK OP 14 november 
Open agenda en schrijf mee. 

Slide 14 - Tekstslide