Kind & kraam: de bevalling

Kind & kraam: de bevalling
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Kind & kraam: de bevalling

Slide 1 - Tekstslide

Wat hoort er NIET bij de APGAR-score?
A
Ademhaling
B
Bloeddruk
C
Hartslag
D
Reflexen

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Uit welke drie fases bestaat de bevalling?

Slide 4 - Open vraag

Welke soorten weeën zijn er?
A
Ontsluitingsweeën
B
Uitdrijvingsweeën
C
Voor- en naweeën
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 5 - Quizvraag

Aan het einde van de bevalling is er de nageboortefase. Wat gebeurt er in deze fase van de bevalling?
A
Persen
B
De placenta wordt geboren
C
Naweeën

Slide 6 - Quizvraag

Wat moet je doen als je vliezen breken?
A
Vruchtwater observeren
B
Direct contact opnemen met het ziekenhuis
C
Wachten tot de weeën komen

Slide 7 - Quizvraag

Waar moet de verpleegkundige op letten tijdens de ontsluitingsfase van de bevalling?

Slide 8 - Open vraag

Wat is meconium?
A
De eerste moedermelk
B
De eerste ontlasting
C
De eerste urine

Slide 9 - Quizvraag

Waarom is zo snel mogelijk huid-op-huid-contact na de bevalling zo belangrijk?

Slide 10 - Open vraag

Welke vitamine wordt er extra gegeven aan de pasgeborene?
A
Vitamine A
B
Vitamine C
C
Vitamine D
D
Vitamine K

Slide 11 - Quizvraag

Wat is géén indicatie voor een ziekenhuisbevalling?
A
Wens tot pijnstilling bij de bevalling
B
Stuitligging
C
Meconium-houdend vruchtwater
D
Bevalling begint vóór 38 weken zwangerschap

Slide 12 - Quizvraag