listening

Hi H3D
Today's plan:
  • prefixes and suffixes
  • Watching: the toxic death of Gloria Ramirez
  • Finish weektask
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2-4

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Hi H3D
Today's plan:
  • prefixes and suffixes
  • Watching: the toxic death of Gloria Ramirez
  • Finish weektask

Slide 1 - Tekstslide

Prefixes and suffixes

Slide 2 - Tekstslide

prefixes

Slide 3 - Tekstslide

Wat valt je op aan deze woorden?
impossible
unprepared
unwelcome
nonsense
disbelief
            harder
          dancer
          happiness
            drawing
    advertisement

Slide 4 - Tekstslide

Wat valt je op aan deze woorden?
possible          impossible
prepared        unprepared
welcome        unwelcome
sense              nonsense
belief              disbelief

hard            harder
dance          dancer
happy          happiness
draw            drawing
advertise    advertisement

Slide 5 - Tekstslide

Prefixes / Voorvoegsels
Komen voor het woord

Veranderen de betekenis van het woord

Slide 6 - Tekstslide

welcome --> unwelcome
patient --> impatient
logical --> illogical
complete --> incomplete

Bovenstaande prefixes geven het woord een ___ betekenis.
A
negatieve
B
positieve
C
tegenovergestelde

Slide 7 - Quizvraag

non- / un- / im- / il- / ir- / in- 
Geven een woord een tegenovergestelde betekenis.

welcome   --> unwelcome
patient       --> impatient
logical       --> illogical
complete   --> incomplete

Slide 8 - Tekstslide

rebuild / return / redo / reminder /
response / recycle / recount

de prefix RE- kun je vaak vertalen met __ en __.
A
nieuw & verkeerd
B
terug & nog niet
C
nog een keer & niet
D
terug & opnieuw

Slide 9 - Quizvraag

re- 
betekent 'opnieuw' of 'terug' maar ook 
redo 
recall
rebuild
reminder
response
recycle
recover


Slide 10 - Tekstslide

misheard / disbelief / mistake / dislike / disrespect

de prefixes MIS- en DIS- geven een woord een ___ of ___ betekenis.
A
tegenovergestelde & negatieve
B
tegenovergestelde & dezelfde
C
tegenovergestelde & positieve

Slide 11 - Quizvraag

mis- / dis- 
Geven een woord een tegenovergestelde of negatieve betekenis.
mistake
disbelief
dislike
disrespect
misbehave
misheard



Slide 12 - Tekstslide

prefixes
non- / un- /  im- /  il- / ir- / in- 
Geven een woord een tegenovergestelde betekenis.

re- 
betekent opnieuw (again) of terug (back)

mis- / dis- 
geven een negatieve of tegenovergestelde betekenis aan een woord.

Slide 13 - Tekstslide

Wat komt er voor "possible"
A
Un
B
Dis
C
Im
D
Ir

Slide 14 - Quizvraag

Wat komt er voor "sense"
A
Non
B
Un
C
Ir
D
Dis

Slide 15 - Quizvraag

Wat komt er voor "appear"
A
Un
B
Dis
C
Non
D
Ir

Slide 16 - Quizvraag

Wat komt er voor "play"
A
Mis
B
Re
C
Un
D
Ir

Slide 17 - Quizvraag

suffixes / achtervoegsels
Komen achter het woord

Veranderen de woordsoort 

Slide 18 - Tekstslide

Suffix

A word part added to
the end of a root word.

By adding the suffix, 
you make a whole new word!

Slide 19 - Tekstslide

Wat valt je op aan deze woorden?
ze eindigen allemaal op -er. 
harder 
sweeter
nicer
biker
dancer
teacher

Slide 20 - Tekstslide

timer
1:00
een vergelijking 

(vergrotende trap)
een mens, dier of ding die 'iets doet' 
(een actie)
harder
sweeter
teacher
dancer
nicer
biker

Slide 21 - Sleepvraag

                          - er                           

1) gebruik je als vergrotende trap (om iets te vergelijken)
sweeter, nicer, cooler, darker, lower


2) voor een persoon of ding die een 'iets' (een actie) doet
teacher, dancer, biker, gamer, 

Slide 22 - Tekstslide

Wat valt je op aan deze woorden?
weak - weakness
happy - happiness
cute - cuteness

board - boarding
draw - drawing
encourage - encouragement
advertise - advertisement

Slide 23 - Tekstslide

- ness                                                                                                           
maakt van een bijwoord of bijv naamwoord een zelfst naamwoord
happy - happiness              weak - weakness             ill - illness

-ing                                                                                                              
 maakt van een product, materiaal of werkwoord een zelfst naamwoord
draw - drawing                   love - loving              beg - begging

-ment                                                                                                          
maakt van een werkwoord een zelfst naamwoord
achieve - achievement      adjust - adjustment

Slide 24 - Tekstslide

- ness / - ing / -ment --> Wat komt er achter het woord?
happy.......

Slide 25 - Open vraag

- ness / - ing / -ment --> Wat komt er achter het woord?
state....

Slide 26 - Open vraag

- ness / - ing / -ment --> Wat komt er achter het woord?
ill....

Slide 27 - Open vraag

- ness / - ing / -ment --> Wat komt er achter het woord?
engage....

Slide 28 - Open vraag

- ness / - ing / -ment --> Wat komt er achter het woord?
drift....

Slide 29 - Open vraag

- ness / - ing / -ment --> Wat komt er achter het woord?
argue.....

Slide 30 - Open vraag

BuzzFeed Unsolved
The Toxic Death of Gloria Ramirez

Slide 31 - Tekstslide

Listening to the story of Gloria Ramirez
Interactive video with questions
You will first see the question, then the clip and after that you have to fill in an answer. 
Most questions are multiple choice

Slide 32 - Tekstslide

16

Slide 33 - Video

00:23
What was the first thing the doctors noticed when Gloria came in.

A: Her body had an oily sheen
B: She had an extremely fast heartbeat
C: She smelled like garlic.

Slide 34 - Tekstslide

01:09
What was the first thing the doctors noticed when Gloria came in.
A
Her body had an oily sheen
B
She had an extremely fast heartbeat
C
She smelled like garlic

Slide 35 - Quizvraag

01:09
Which symptom did all sick nurses have. 

A: Fainting
B: Shaking 
C: Stop breating

Slide 36 - Tekstslide

01:55
Which symptom did all sick nurses have.
A
Fainting
B
Shaking
C
Stop breating

Slide 37 - Quizvraag

01:56
What does Avascular Nercosis do to you.

A: It burns your skin
B: Your muscles stop working
C: Your bone tissue starts dying

Slide 38 - Tekstslide

03:23
What does Avascular Nercosis do to you.
A
It burns your skin
B
Your muscles stop working
C
Your bone tissue starts dying

Slide 39 - Quizvraag

03:24
What did the examinors take from Gloria's body?

A: Blood, skin and hair
B: Blood, tissue and hair
C: Blood, tissue and air

Slide 40 - Tekstslide

04:32
What did the examinors take from Gloria's body?
A
Blood, skin and hair
B
Blood, tissue and hair
C
Blood, tissue and air

Slide 41 - Quizvraag

04:33
What caused all the people to become sick according to theory 1


A: Mass hysteria
B: Poison
C: Infection

Slide 42 - Tekstslide

06:33
What caused all the people to become sick according to theory 1
A
mass hysteria
B
poison
C
infection

Slide 43 - Quizvraag

06:34
What was the cause of death according to theory 2?

A: Body lotion
B: Blood infection
C: Dangerous chemical reaction

Slide 44 - Tekstslide

09:21
What was the cause of death according to theory 2?
A
Body lotion
B
Blood infection
C
Dangerous chemical reaction

Slide 45 - Quizvraag

09:22
Why does Gloria's family think it was the hospitals fault?

A: The conditions in the hospital were terrible
B: The hospital was very cheap
C: Gloria was healthy before going there

Slide 46 - Tekstslide

12:43
Why does Gloria's family think it was the hospitals fault?
A
The conditions in the hospital were terrible
B
The hospital was very cheap
C
Gloria was healthy before going there

Slide 47 - Quizvraag

12:44
Which theory do you believe
A: 1- mass hysteria
B: 2- chemical reaction
C: 3- bad conditions in the hospital
D: 4- aliens

Slide 48 - Tekstslide

14:16
Which theory do you believe
1- mass hysteria
2- chemical reaction
3- bad conditions in the hospital
4- aliens

Slide 49 - Poll

The End

Slide 50 - Tekstslide