Paragraaf 2 Kiezen is verliezen

programma
herhaling paragraaf 1
huiswerk paragraaf 1
uitleg paragraaf 2
maken huiswerk paragraaf 2
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

programma
herhaling paragraaf 1
huiswerk paragraaf 1
uitleg paragraaf 2
maken huiswerk paragraaf 2

Slide 1 - Tekstslide

Er zijn 4 productiefactoren, welk antwoord is geen productiefactor?
A
Natuur
B
Werk
C
Arbeid
D
Kapitaal

Slide 2 - Quizvraag

Twee stellingen:
I. Schoon drinkwater is in Nederland een vrij goed.
II. Schaarse goederen hebben een hoge prijs.
Welke stelling(en) is/zijn juist?

A
beide stellingen zijn juist.
B
alleen stelling I is juist.
C
alleen stelling II is juist.
D
beide stellingen zijn onjuist.

Slide 3 - Quizvraag

huiswerk paragraaf 1
klassikaal opgave 13, 
overige vragen, na de uitleg van paragraaf 2

Slide 4 - Tekstslide

paragraaf 2 kiezen is verliezen
leerdoelen
wat is een budgetlijn
(welke uitgaves zijn er)
(wat is een begroting)

Slide 5 - Tekstslide

Budgetlijn
Een budgetlijn geeft de verschillende combinaties van twee bestedingsmogelijkheden bij een bepaald budget.

Slide 6 - Tekstslide

De budgetlijn
Je kunt dit laten zien a.d.h.v. een budgetlijn:
Budget: €5,-
Prijs van soep €0,50
Prijs van een broodje €1,00

Wat zijn mogelijke combinaties?

Slide 7 - Tekstslide

Budgetlijn
- bepaal de 2 uiterste punten (hoeveel producten kan je van het één kopen, als je niks van het ander koopt)
- bepaal de assenverdeling
- zet de uiterste punten in je grafiek.

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer beide producten goedkoper worden
A
verschuift de budgetlijn niet
B
Verschuift de budgetlijn naar links
C
Verschuift de budgetlijn naar rechts

Slide 9 - Quizvraag

Wat kan een oorzaak zijn van deze verschuiving
A
Brood is goedkoper geworden
B
Brood is duurder geworden
C
Soep is goedkoper geworden
D
Soep is duurder geworden

Slide 10 - Quizvraag

huiswerk 
hoofdstuk 1 paragraaf 1 opdracht 14 en 15
paragraaf 2 opdracht 3 t/m 6

Slide 11 - Tekstslide