Ecologie - BS1

Spoorboekje
- Uitleg basisstof 1
- Opdrachten basisstof 1
- Test jezelf basisstof 1

Regels:
- Jassen zitten in de lockers.
- Telefoons zijn niet hoorbaar en niet zichtbaar in het lokaal.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Spoorboekje
- Uitleg basisstof 1
- Opdrachten basisstof 1
- Test jezelf basisstof 1

Regels:
- Jassen zitten in de lockers.
- Telefoons zijn niet hoorbaar en niet zichtbaar in het lokaal.

Slide 1 - Tekstslide

Ecologie - BS1

Slide 2 - Tekstslide

Fotosynthese
Planten kunnen bepaalde stoffen omzetten in andere stoffen. Van water (uit de bodem) en koolstofdioxide (een gas uit de lucht) maakt een plant de nieuwe stoffen glucose en zuurstof. Het proces waarbij een plant glucose en zuurstof maakt, heet fotosynthese. Een plant kan alleen in de bladgroenkorrels aan fotosynthese doen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Energierijke stoffen
Energierijke stoffen zijn afkomstig van organismen. Een plant maakt glucose door fotosynthese. Glucose is een energierijke stof. 

Andere voorbeelden van energierijke stoffen zijn koolhydraten, eiwitten en vetten. In energierijke stoffen zit energie.

Slide 5 - Tekstslide

Energiearme stoffen
Energiearme stoffen komen ook voor in de levenloze natuur. Water is een voorbeeld van een energiearme stof. Ook gassen, zoals zuurstof en koolstofdioxide, zijn energiearme stoffen. Mineralen, zoals ijzer en zouten, zijn ook voorbeelden van stoffen uit de levenloze natuur. In energiearme stoffen zit geen energie.

Alle organismen bestaan uit energierijke en energiearme stoffen.

Slide 6 - Tekstslide

Verbranding
In de cellen van alle levende organismen vindt steeds verbranding plaats. Daarbij komt energie vrij. Een organisme heeft deze energie nodig om te kunnen leven. Er is bijvoorbeeld energie nodig om te bewegen en voor celdeling.
Bij verbranding reageert brandstof met zuurstof. Een brandstof is een energierijke stof. Glucose is een brandstof. Een plant legt door fotosynthese energie uit (zon)licht vast in glucose. Als glucose wordt verbrand, komt deze energie weer vrij. Bij verbranding ontstaan ook koolstofdioxide en water. Dit zijn energiearme stoffen.

Slide 7 - Tekstslide

Stofwisseling
Bij verbranding en fotosynthese worden stoffen omgezet in andere stoffen. Het geheel van deze reacties noem je stofwisseling.

Stofwisseling = Alle processen in een organisme waarbij stoffen worden omgezet in andere stoffen.

Slide 8 - Tekstslide

Samenvatting
5.1.1 Je kunt beschrijven dat bij fotosynthese energierijke stoffen worden gevormd uit energiearme stoffen.
• Planten doen aan fotosynthese:
– KOOLSTOFDIOXIDE + WATER + LICHTENERGIE → GLUCOSE + ZUURSTOF
– Water, koolstofdioxide en (zon)licht zijn hiervoor nodig.
Deze stoffen zijn energiearm.
– Zuurstof en glucose worden gemaakt.
Zuurstof is energiearm, glucose is energierijk.
Energierijke stoffen gebruikt een organisme voor groei en ontwikkeling.
– Fotosynthese vindt plaats in de bladgroenkorrels.

Slide 9 - Tekstslide

Samenvatting
5.1.2 Je kunt beschrijven dat bij verbranding van energierijke stoffen energie vrijkomt.
• Elk organisme doet aan verbranding:
– GLUCOSE + ZUURSTOF → KOOLSTOFDIOXIDE + WATER + ENERGIE
– Zuurstof en glucose zijn hiervoor nodig.
– Water, koolstofdioxide en energie worden gemaakt.
De energie die vrijkomt, wordt gebruikt voor groei en ontwikkeling.
• Stofwisseling zijn alle processen in een organisme waarbij stoffen worden omgezet in andere stoffen.

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Lees de tekst van 5.1 (in het boek 3 vmbo-b MAX)

Maak de opdrachten van 5.1

Maak de test jezelf van 5.1

Slide 11 - Tekstslide