mardi 28 novembre 2023 g2d

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Aujourd'hui

Lesdoelen:

- Hoe goed ken ik enkele onregelmatige en de regel bij de 'normale' bijvoegelijke naamwoorden 

- Delf opdracht naar keuze

- le message des chanteurs: Dommage

Nakijken opdrachten gisteren 

Kijk je antwoorden na:

opdracht 16a, c, d en e 

l

apps.noordhoff.nl

apps.noordhoff.nl

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over...

1. een lidwoord
2. een bijwoord
3. een zelfstandig naamwoord
4. een werkwoord

De vorm van het bijvoeglijk naamwoord

Kijk naar de volgende voorbeelden:

Arthur est petit

Arthur et Martin sont petits

Sophie est petite

Sophie et Emma sont petites

Vraag 1

Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord in deze zinnen?

Vraag 2

Waarover zegt dit bijvoeglijk naamwoord iets in elke zin?

Vraag 3

Maak nu 4 verschillende regels voor de vorm. Kijk naar het voorbeeld.

De vorm van het bijvoeglijk naamwoord

	mannelijk	vrouwelijk
enkelvoud	-	+e
meervoud	+s	+es
	voorbeeld	voorbeeld
enkelvoud	Il est petit	Elle est petit e
meervoud	Ils sont petit s	Elles sont petit es

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op -e of -s

Eindigt een bijvoeglijk naamwoord op een -e? Dan krijgt het geen extra e bij de vrouwelijke vorm.

un garçon timide - une fille timide

Eindigt een bijvoeglijk naamwoord op een -s? Dan krijgt het geen extra s bij de mannelijke vorm in het meervoud.

un éléphant gris - des éléphants gris

Ma mère est ....

1. élégant
2. élégante
3. élégants
4. élégantes

Elle a les cheveux (m) ...

1. blond
2. blonde
3. blonds
4. blondes

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm:
Le T-shirt est (vert)

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm:
Ma cousine est (content)

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm:
Les chiens sont (méchant)

Samengevat

1. Een bijvoeglijk naamwoord zegt altijd iets over een zelfstandig naamwoord.

2. Kijk of het zelfstandig naamwoord mannelijk/vrouwelijk/meervoud is.

3. Voeg de juiste uitgangen toe aan het bijvoeglijk naamwoord (-/e/s/es)

4. Let op: geen dubbele e of s!

Il y a trois (beau) ......... filles.

1. beaux
2. belle
3. belles
4. beau

Tu habites dans une (vieux) .......maison.

1. vieille
2. vieilles
3. vieux

bon, beau, nouveau, vieux:
geef hiervan de juiste vorm voor:
mannelijk ev/mv en vrouwelijk ev/mv

Delf opdracht Chanson

Bespreken message des chanteurs!

 

Les devoirs

lundi : lees - en luistertoets

mardi: kwizl ho 3 A