Hoofdstuk 4.4 Opslagmethoden poging 2

• financieel 1
• MBO
• Studiejaar 1

Financieel 1 Opslagmethoden

Welkom

Ga rustig zitten

Start laptop vast

Agenda

• Wat hebben we gehad?
• Lesdoel
• Opgaven maken
• Nakijken
• Wat hebben we geleerd?

Kostprijs bepalen

Kostprijs= directe + indirecte kosten.

Indirecte kosten als % van de directe kosten.

Opslagmethode

Twee varianten:

• enkelvoudige opslagmethode (primitief)
• Meervoudige opslagmethode (verfijnd)

We richten ons vandaag op de enkelvoudige!

Grondstofkosten zijn een voorbeeld van:

1. indirecte kosten
2. directe kosten
3. zowel directe als indirecte kosten

Wat zijn directe kosten?

1. Materiaalkosten
2. Huur pand
3. Salaris receptioniste
4. Koffieautomaat

Wat is het verschil tussen directe en indirecte kosten?

1. Indirecte kosten kun je niet direct aan een product koppelen en directe kosten wel
2. Indirecte kosten zijn constante kosten en directe kosten zijn variabel
3. Er is geen verschil tussen. Het zijn allebei kostensoorten.

De kostprijs bestaat uit directe en indirecte kosten

1. Goed
2. Fout

Lesdoel

Na vandaag kan ik de enkelvoudige opslagmethode toepassen .

Door middel van opgaven maken. 

Maken opgaven

Opgave 11

Dan  12 t/m 15

Totale directe kosten € 15.000,-
Opslag indirecte kosten € 5.625,-
Kostprijs € 20.625,-

Bereken het opslagpercentage voor indirecte kosten:

1. 27,3%
2. 37,5%
3. 137,5%
4. 266,7%

Imane heeft voor de fabricage van een armband €100,- aan materiaalkosten en € 150,- aan arbeidskosten.
De opslag voor indirecte kosten is 40% van de totale directe kosten.
Wat is haar integrale kostprijs?

1. € 290,-
2. € 310,-
3. € 350,-

Huiswerk

Maken opgaven 11 tm 15

 

Klaar? dan lezen 4.5/ samenvatting maken 4.4

Wat heb je onthouden van deze les?

huiswerk opdracht 2 en 3