Cultuur van het Moderne H2

De maatschappij in de nieuwe eeuw.
Doel:
Je begrijpt in welk klimaat de moderne kunst ontstaat door te leren over maatschappelijke veranderingen aan het begin van de twintigste eeuw.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

De maatschappij in de nieuwe eeuw.
Doel:
Je begrijpt in welk klimaat de moderne kunst ontstaat door te leren over maatschappelijke veranderingen aan het begin van de twintigste eeuw.

Slide 1 - Tekstslide

Postimpressionisme
- halverwege 19e eeuw: uitvinding fotografie
- daarna verdere ontwikkeling
             concurrentie, maar ook bevrijding van de schilderkunst
Schilderijen hoeven niet meer 'glad' en realistisch te zijn.

Geïnspireerd door fotografie komt het impressionisme op.
             vangen van het moment, de indruk

Postimpressionisme breekt niet alleen met de 'gladde' weergave, maar ook nog met de realistische weergave van de wereld. 

Slide 2 - Tekstslide

Postimpressionisme
kritiek van kunstenaars op impressionisme:
Paul Cézanne - te toevallige composities
Georges Seurat - ideeën over kleur en waarneming te vaag
Paul Gauguin - te weinig intellectuele inhoud
Vincent van Gogh - te weinig emotie

Deze kunstenaars zijn solisten, maar hebben allen een grote invloed op de ontwikkelingen in de kunst.



Slide 3 - Tekstslide

Symbolisme
Kondigt zich al in de 19e eeuw aan.              beeldende kunst en literatuur.
Symbolisten: kunst is vooral emotionele ervaring. Draait om betekenis van de voorstelling. (voor de maker/kunstenaar)
            lastig voor publiek.

voorbode van expressionisme en surrealisme.



Slide 4 - Tekstslide

3 nieuwe denkers
psychiater Sigmund Freud (1856-1936) - theorieën over onderbewustzijn en invloed op gedrag 

filosoof Friedrich Nietzsche (1844-1900) - mens is teveel afgedreven van zijn natuur. Mens die meer zichzelf volgt = übermensch (term wordt later misbruikt door nazi's)              individualisme

journalist, econoom, filosoof Karl Marx (1818-1883) - boek Das Kapital (1867), tegen kapitalisme, vóór de arbeiders - 
socialisme              communisme (oproep tot revolutie tegen het Tsarenregime - aristocratie) 



Slide 5 - Tekstslide

ontwikkelingen in de techniek
begin 20e eeuw - bevolking ondervindt voordelen van de ontwikkelingen
telegrafie, telefonie
lijndiensten scheepvaart
experimentele luchtvaart
verdere ontwikkeling automobiel - massaproductie (Henry Ford)
Wilhelm Röntgen - röntgenstraling
Echtpaar Curie - ontdekt radioactiviteit
nieuwe synthetische materialen en giettechnieken - andere producten
uitvindingen              infrastructuren
(gewapend) beton             andere bouwstijlen (rationeel en functioneel)



Slide 6 - Tekstslide

ontwikkelingen in de techniek
Nieuwe technieken: invloed op kunst en media
(zonder elektriciteit geen radio, modern theater en bioscoop)

             maatschappelijk optimisme

Slide 7 - Tekstslide

de nieuwe media
Eadweard Muybridge fotosequenties               film

Thomas Edison kinetoscoop

gebroeders Lumière - eigen projectiemachine met filmrol   
             cinematografie 

Slide 8 - Tekstslide

de kunsthandel
Salon (staatsexpositie) - ouderwetse kunstbeurs met traditionele, pompeuze kunst - rijke verzamelaars, particuliere handelaren

Visonairs kopen avant-garde kunst (niet traditioneel, maar vernieuwend)

Slide 9 - Tekstslide

de moderne kunstenaar
nog vernieuwender dan avant-garde kunst

breken met tradities
Kunstenaarsschap = levenshouding
drijfveren: ratio en persoonlijke emotie
            verwerpen van academische regels
            zoeken naar essentie               abstractie

Moderne kunst krijgt veel kritiek, moeilijk te begrijpen. Lastig om geld te verdienen als kunstenaar.


Slide 10 - Tekstslide

grote historische ontwikkelingen
WO I - totaal nieuwe manier van oorlogsvoering - veel slachtoffers
                                                                                                         protestkunst
Russische revolutie - 1917 tegen de Tsaar                            
             socialisme               communisme (dictatuur)             

Arbeiders hebben het slecht              afleiding
            begin van vermaak en massacultuur (film & sterren)

Grote Depressie (vanaf 1929)  
Duitsland (strafmaatregelen WO I)              klimaat voor nationaal socialisme              fascisme             WOII

Slide 11 - Tekstslide