3. Op het domein

3. Op het Domein
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

3. Op het Domein

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
Herhaling ( 5 min)

Oefenen met betrouwbaarheid bronnen ( 10 min) 

Uitleg (30 min)

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling 

Slide 3 - Tekstslide

Wat gebeurde er na zijn dood met het rijk van Clovis

Slide 4 - Open vraag

?
?
?
Leenman
Leenheer
Leenstelsel 

Slide 5 - Sleepvraag

Wat is een hofmeier?
A
Beheerders van de bezittingen van de koning
B
Legeraanvoerders
C
Ridders
D
Monniken

Slide 6 - Quizvraag

Betrouwbaarheid van bronnen 
  1. Wanneer is de bron gemaakt?
  2. Hoe is de maker van de bron aan zijn informatie gekomen?
  3. Wat is de bedoeling van de maker van de bron?


Slide 7 - Tekstslide

Waarom gebruiken we verschillende bronnen om het verleden te bestuderen?
A
Omdat niet elke bron even betrouwbaar is.
B
Omdat we houden van extra huiswerk.
C
Omdat sommige bronnen al niet meer bestaan.
D
Omdat alle bronnen door dezelfde personen gemaakt zijn.

Slide 8 - Quizvraag

Stel je doet onderzoek naar de vraag: "Hoe dachten de middeleeuwse mensen over geloof?" Welke van de volgende bronnen zijn dan betrouwbaar?
Betrouwbaar
Onbetrouwbaar
De meeste middeleeuwse Europeanen waren christelijk. Dit weten we omdat een hoop christelijke kerken stammen uit die tijd.
Geschreven door: Sjaak Apenoot, 10 jarige geschiedenis fanaat
De meeste Europeanen waren christelijk, dit weten we door bestudering van geschreven en ongeschreven bronnen.
Geschreven door: Leontien Snottebel, Professor van middeleeuwse geschiedenis aan de universiteit van Amsterdam

Slide 9 - Sleepvraag

Lees eerst de bron.

Is dit een betrouwbare of onbetrouwbare bron voor een onderzoek over het leven van Karel de Grote?
A
Betrouwbaar
B
Onbetrouwbaar

Slide 10 - Quizvraag

Bij het controleren van de betrouwbaarheid van bronnen let je op:
A
Wanneer is de bron gemaakt
B
Wat is de bedoeling van de maker van de bron
C
Hoe is de maker aan zijn informatie gekomen
D
Alle drie!

Slide 11 - Quizvraag

Leervragen
  1. - Wat veranderde er op het platteland aan het einde van het Romeinse Rijk?
  2. - Wat is een domein?
  3. - Wat is het hofstelsel?
  4. - Wat zijn horigen?
  5. - Hoe werden mensen horig?
  6. - Wat waren plichten van een horige?
  7. - Wat zijn herendiensten? Noem drie voorbeelden.
  8. - Wat is autarkie?
  9. - Wat waren plichten van de heer?
Leerdoel:
Hoe was de agrarische samenleving georganiseerd 

Slide 12 - Tekstslide

Van agrarisch-urbane samenleving naar een agrarische (landbouw) samenleving. (1)
  • 5e eeuw N.C. slecht met economie Romeinse Rijk: landbouwproductie daalde, minder overschotten -> minder handel en nijverheid.

  • Onrustige tijden Romeinse Rijk: Vreemde volkeren trokken  binnen, geweld en overlast neemt toe.

  • Steden verkleinen, wegen/bruggen worden niet onderhouden. van Agrarisch urbane samenleving naar agrarische samenleving

Slide 13 - Tekstslide

Domein

Slide 14 - Tekstslide

Horigen
Horige boeren mochten het domein niet verlaten zonder toestemming van de heer. De horigen bewerkten het land van de heer, moesten een deel van hun oogst afstaan aan de heer en moesten onbetaald herendiensten (klusjes) verrichten.
Nadat de boeren bescherming opzochten bij een heer gingen ze op het stuk land wonen van de heer. Het stuk land noemen we een domein.
Laten we eens kijken wie en wat we kunnen vinden op het domein. (2,3,4)
Halfvrije boeren
Ook halfvrije boeren mochten nergens anders gaan wonen, zij hoorden bij de grond. Op sommige dagen bewerkten zij hun eigen gepachte grond en op andere dagen bewerkten zij het stuk grond van de heer.

Domein
Op het domein woonde de heer (koning, rijke man of klooster), maar lang niet altijd. Soms woonde er een rentmeester namens de heer. Het domein was eigenlijk een kleine samenleving.
Vrije boeren
Op het domein leefden vrije boeren. Zij hadden een gepacht stukje grond dat zij voor zichzelf gebruikten en deze boeren hoefden geen herendiensten te verrichten. Zij werden wel in tijden van gevaar ingezet om het domein te verdedigen. Zij moesten zelf hun wapenuitrusting betalen.

Gepachte grond
Halfvrije boeren konden een stuk grond pachten (huren) bij de heer. Alles wat de landbouw hier opbracht mochten ze zelf houden.
Overigen
Op het domein vond je soms ook een gezamenlijke molen waar het graan gemalen kon worden voor brood, er was een smidse, een bierbrouwerij en een kerkje.

Slide 15 - Tekstslide

Hoe werden mensen Horig (5)
  • Afstammeling van slaven uit de Romeinse tijd 

  • Vrije boeren hadden grond ingeruild voor bescherming 

  • In ruil voor voedsel 

Slide 16 - Tekstslide

Het hofstelsel
domein, herendiensten, pacht
plichten 
Hofstelsel in een bron
heer, horigen

Slide 17 - Tekstslide

Leenstelsel
Hofstelsel
Horigen
Domein
Herendiensten
Politiek 
Leenheer
Trouw zweren

Slide 18 - Sleepvraag

De 3 standen
1e stand:
Geestelijkheid

2e stand:
De Adel

3e stand:
Boeren en burgers

Slide 19 - Tekstslide

Drie standen
De eerste stand:
De geestelijken. Zij zorgden voor alles wat met geloof te maken had.
De tweede stand:
De adel. Zij bestuurden het land, verzorgden de rechtspraak en verdedigden het land als er oorlog was. 
De derde stand:
De rest van de bevolking. Zij zorgden voor het voedsel.

Slide 20 - Tekstslide

Eerste stand

Tweede stand
Derde stand
Geestelijken

Adel
Boeren

Slide 21 - Sleepvraag

Plichten en Herendiensten (6,7)
Horige 
  • Pacht betalen (oogst)
  • Werken op het land werken van de Heer

Herendiensten
  • Grachten schoonhouden 
  • Onderhouden van het kasteel 
  • Goederen vervoeren 

Slide 22 - Tekstslide

Autarkie en Herenplichten (8,9)
  • Het domein was zelfvoorzienend oftewel Autarkie

Herenplichten 
  1. Rechtspraak 
  2. Meerdere Domeinen onderhouden 

Plaatsvervanger: De meier of Rentmeester 

Slide 23 - Tekstslide


De boeren hadden na de val van het West-Romeinse Rijk hoge opbrengsten in de landbouw
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Horige boeren moesten een deel van hun oogst afstaan aan de heer
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Alles wat de domein nodig had werd daar ook gemaakt. Hoe heet dit?
A
Autarkie
B
Zelfstandig
C
Herendiensten
D
Een domein

Slide 26 - Quizvraag

De vroegmiddeleeuwse samenleving was een...
A
Stedelijke samenleving
B
Landbouw-stedelijke samenleving
C
Landbouwsamenleving

Slide 27 - Quizvraag

Wat is het hofstelsel

Slide 28 - Open vraag