rijmen

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 46 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat hebben deze woorden met elkaar gemeen. 

Slide 6 - Tekstslide

Ze rijmen
groep
snoep
roep
poep
stoep

Slide 7 - Tekstslide

Lesdoel

Ik kan één rijmenwoord bedenken bij de woorden: kip, bot, boot, schaap, schaap, kok, stuur, maan, jas, muis en krant. 

Slide 8 - Tekstslide

Waarom?
Kinderen in groep 7 en 8 trekken tijdens Sinterklaas lootjes. Voor het kind dat zij getrokken hebben maken zij een surprise. Bij een surprise hoort ook een rijmpje. Dat is nu eenmaal de traditie! 

Slide 9 - Tekstslide

woordbegrip
Surprise


een verrassing of een geschenk.

Slide 10 - Tekstslide

woordbegrip
Rijmpje

=

Een eenvoudig gedichtje

Slide 11 - Tekstslide

Woordbegrip Traditie

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Tips voor het maken van een sinterklaasgedicht.

Slide 14 - Tekstslide

Een gedicht lukt nooit in één keer!

Slide 15 - Tekstslide

Sinterklaasgedicht: schrijf vooraf wat je weet over de ander
Mijn gedicht is voor: Meester Vincent
Dit weet ik over zijn/haar hobby’s: Klimmen, zaalvoetbal en kaasrollen
Zijn/haar eigenschappen zijn: Lief, grappig en ondeugend
Echt opvallend aan hem/haar is: Zijn roze schoenen
Dit is grappig aan hem/haar: zijn ondeugende grapjes
Dit is het cadeau: krokodillenonesie

Slide 16 - Tekstslide

Hou het simpel
De meeste sinterklaasgedichten hebben het rijmschema AABB: regel 2 rijmt op regel 1 en regel 4 rijmt op regel 3. 

De meester van groep 7 en 8                    A
is heel lief als hij lacht!                                 A
Hij is zo sterk als een beer!                         B
Tilt 150 kilo in één keer.                                 B

Slide 17 - Tekstslide

Rijmwoorden vinden
Het laatste woord van de zin moet rijmen op het laatste woord van de zin erboven of eronder. 

De meester van groep 7 en 8                     A           Acht
is heel lief als hij lacht!                                  A           Lacht

Slide 18 - Tekstslide

Oefenen met rijmwoorden

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Oefenen met rijmwoorden
joggen!
In 10 seconden zoveel mogelijk rijmwoorden.
Weet je er één dan spring je.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Zorg dat je gedicht lekker ‘loopt’
 Zinnen die mooi rijmen, hebben vaak evenveel lettergrepen. 
Ze hebben hetzelfde ritme:

Steeds weer zeg ik tegen al mijn Pieten: (9)
‘Zie die meester Vincent eens genieten!’ (9)

Slide 41 - Tekstslide

Het hoeft niet perfect!

Slide 42 - Tekstslide

klaar?


Schrijf je gedichtje netjes over of verwerk het in word

Slide 43 - Tekstslide

Opdracht voor twee!
Nodig: kleurpotloden

Schrijf het rijmschema.
Onderstreep de woorden die rijmen met een kleur.

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide