4.Efflorescenties en huidaandoeningen van het behandelplan

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Bij welke huidtype komt een milia voor?
A
Gecombineerd met vet
B
Volledig vet
C
Gevoelige huid
D
Droge huid

Slide 14 - Quizvraag

Met welk apparaat kun je steelwratjes en teleangiëctasieën coaguleren (wegbranden)?
A
vacuümzuigapparaat
B
ultrasoonreiniger
C
elektrisch ontharingsapparaa t
D
iontoforeseapparaat

Slide 15 - Quizvraag

Wat betekent het woord "cicatrix"?
A
Rood verhevenheid
B
Litteken
C
Vlek
D
Chronisch verwijde haarvaatjes

Slide 16 - Quizvraag

Hoe heet een efflorescentie een rode bult zonder etterkopje?
A
pustel
B
commedo
C
papel

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een milia en hoe verwijder je deze?
A
Gerstekorrel. Altijd inprikken met een steriele naald en verwijderen
B
Gerstekorrel, is open, hoeft niet ingeprikt te worden. Wordt uitgedrukt d.m.v. handschoenen.
C
Mee-eters, altijd inprikken met een steriele naald
D
Mee-eters, zijn gesloten dus hoeft niet ingeprikt te worden. Wordt uitgedrukt d.m.v. handschoenen en een tissue.

Slide 18 - Quizvraag