9.1 De Eerste Wereldoorlog - oorzaken

9.1
De Eerste Wereldoorlog - oorzaken
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

9.1
De Eerste Wereldoorlog - oorzaken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
Leren wat de belangrijkste oorzaken waren van de Eerste Wereldoorlog.
Leren wat de aanleiding was van de Eerste Wereldoorlog.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nationalisme

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Militarisme
Verheerlijking van wapens.
Militaire parades.
Oorlog is een goede manier om met conflicten om te gaan.
Wapenwedloop tussen Duitsland en Engeland.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaan Duitsland
  • Duitsland bestond vóór 1871 uit een lappendeken van tientallen kleine landjes.​
  • Duitsland voert oorlog en voelt zich steeds meer één rijk.​
  • Frankrijk wordt verslagen tijdens de Frans-Duitse oorlog (1870-1871).​
  • Duitsland verenigt zich tot één land: Het Duitse Keizerrijk.​
  • Plotseling een nieuwe grote macht in Europa.​
  • Frankrijk is boos en zint op wraak.​





Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Modern Imperialisme

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken
  • Nationalisme: overdreven trots zijn op je land, volk en cultuur.​
  • Militarisme in Europa: trots op alles wat met het leger te maken heeft: soldaten, wapens, medailles. Parades, eer om voor je land te vechten, oorlog is niet slecht.​ --> Wapenwedloop
  • Spanning tussen Duitsland en Frankrijk: Franse wraakgevoelens na het verliezen van de Frans-Duitse oorlog. En Duitsland vormt een bedreiging als nieuwe grote macht in Europa.​
  • Modern Imperialisme: landen hebben grondstoffen nodig en nationalisme (landen willen laten zien hoe machtig ze zijn).​​
  • Spanning tussen Duitsland en Engeland: de wapenwedloop op land en zee tussen Duitsland en Engeland.​




Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bondgenoten
  • Landen in Europa waren bang dat er oorlog zou komen.​
  • Ze spreken af elkaar te helpen als er oorlog komt: bondgenoten.​
  • In 1914 twee grote bondgenootschappen:​
  • Geallieerden: Rusland, Groot-Brittannië, Frankrijk. (beschermen Servië)​
  • Centralen: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Italië.​
  • Duitsland ligt ingesloten tussen twee vijanden: Frankrijk en Rusland.​
  • Duitsland kan in tijd van oorlog van twee kanten aan worden gevallen.​
  • Als er oorlog komt, moet Duitsland zo snel mogelijk aanvallen en Frankrijk verslaan, daarna tegen de Russen vechten.​







Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Maak oefenexamenvraag 1.
Je hebt zeven minuten de tijd.
timer
7:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
Twee oorzaken van nationalisme / militarisme / bondgenootschappen / wapenwedloop / modern imperialisme / Franse wraakgevoelens / machtsbalans in Europa en de uitleg dat dit politieke oorzaken zijn.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Moord in Bosnië
  • Bosnië hoorde ooit bij het Turkse rijk, maar wordt onafhankelijk.​
  • --> Oostenrijk-Hongarije neemt Bosnië in.​
  • In Bosnië wonen veel Serviërs.​ --> Servië wil dat Bosnië bij Servië gaat horen. --> Serviërs zijn boos op Oostenrijk-Hongarije.
  • 28 juni 1914: een Serviër schiet de kroonprins van ​
  • Oostenrijk-Hongarije neer in Bosnië.​
  • --> Oostenrijk-Hongarije wil Servië straffen.​
  • Rusland had belooft Servië te helpen.​
  • --> Alle bondgenootschappen komen in beweging.​









Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Maak oefenexamenvraag 2.
Je hebt zeven minuten de tijd.
timer
7:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
• Met de kaart kunnen de Geallieerden de boodschap overbrengen dat hun strijd door de hele wereld wordt gesteund / dat al hun onderdanen achter hen staan / dat de eenheid van het imperium intact is gebleven • terwijl de Centralen hiermee kunnen laten zien dat de Geallieerden zelf te zwak zijn om zich te verdedigen / hulp van hun koloniën nodig hebben / hun koloniale onderdanen misbruiken voor hun eigen doelen 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Link

3:37