Taaltest week 38

Taaltest
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
MBO

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Taaltest

Slide 1 - Tekstslide

1) Tijdens de rellen trad de politie ........ streng op.

onverbiddenlijk
onverbiddellijk
onverbidderlijk
GOED onverbiddelijk

Onverbiddelijk = niet te verbidden, niet met bidden over te halen.
Zie ook de pagina 'onmiddellijk'



2) Er ........ iemand zo hard op de deur, dat iedereen zich een ongeluk schrok.

GOED bonsde
bonste

Het woord 'bonsde' is verleden tijd van 'bonzen', met een z dus. Omdat de z geen medeklinker in 't kofschip is, krijgt dit werkwoord 'de' achter de ik-vorm, net als bij: lozen - loosde - geloosd.
Zie ook de pagina 'verleden tijd'



3) Sommige Nederlandse woorden kunnen een werkwoord én het meervoud van een zelfstandig naamwoord zijn, zoals 'landen'. Bij welk van onderstaande woorden is dat NIET het geval?

GOED vliegeren
keren
malen
bakken

'Vliegeren' is een werkwoord, maar het is geen meervoud van een zelfstandig naamwoord. Het meervoud van 'vlieger' is 'vliegers'. De andere woorden kunnen werkwoord en meervoud van een zelfstandig naamwoord zijn: - Wij malen het graan. / Hij is hier vele malen geweest. - De auto's keren aan het eind van de weg. / We hebben het meerdere keren geprobeerd. - We bakken een cake. / Het speelgoed zit in plastic bakken.
Zie ook de pagina 'Links'



4) In Azië leven veel ........ .

Boeddhisten
GOED boeddhisten

Het woord 'boeddhisten' krijgt geen hoofdletter, want het is een overkoepelende term voor een religieuze groep.
Zie ook de pagina 'de Rijn, rijnwijn'



5) Het pleisterwerk in de badkamer is door een ........ gedaan.

GOED stukadoor
stuccadoor
stuckadoor
stucadoor

Het woord 'stukadoor' heeft een k. Lastig, want 'stucwerk' schrijf je met een c. 
Zie ook de pagina 'alcohol en karamel'



6) Kennis, kwaliteit en klantvriendelijkheid zijn de ........ onder een succesvolle organisatie.

peilers
GOED pijlers

Een 'pijler' is een verticale steunbalk of zuil (pilaar) van bijvoorbeeld steen, staal of beton. In deze zin wordt het woord figuurlijk gebruikt: de pijlers onder een succesvolle organisatie: de belangrijkste voorwaarden waarop de organisatie steunt.
Zie ook de pagina 'leiden, lijden'



7) De ........ is een typische voorjaarsbloem.

hiacynt
HET JUISTE ANTWOORD hyacint
FOUT hyacinth
hiasynth

Het woord 'hyacint' is afgeleid van de naam van Hyacinthus, een vriend van de god Apollo.
Zie ook de pagina 'onmiddellijk'



8) Sinds de reorganisatie wordt er alleen nog maar ........ op de afdeling.

GOED gejeremieerd
gejeremiëerd
gejeremieëerd
gejeremiëert

Het woord 'jeremiëren' betekent 'klagen'. Het woord is afgeleid van de naam van de profeet Jeremia, schrijver van de 'Klaagliederen van Jeremia'. Het voltooid deelwoord is 'gejeremieerd'. Er is geen reden meer voor een trema, net als in 'financieel'.
Zie ook de pagina 'onmiddellijk'



9) Eet je wel goed? Je moet je gezondheid niet ........ .

verontachtzamen
veronachzamen
verontachzamen
GOED veronachtzamen

Het woord 'veronachtzamen' heeft geen t voor de a, maar wel een t voor de z. Acht = aandacht, onachtzaam = onoplettend, veronachtzamen = verwaarlozen.
Zie ook de pagina 'onmiddellijk'



10) Henk is goed in ........ , want dat doet hij dagelijks in de bouw.

GOED stuken
stukken
stucen
stucken

Van deze keuzemogelijkheden is 'stuken' de enig juiste, maar 'stuccen' is ook goed. Je spreekt beide schrijfwijzen hetzelfde uit. Het pleisterwerk heet stucwerk en de vakman is een stukadoor.
Zie ook de pagina 'alcohol en karamel'
Vroeger ........ wij elkaars lengte met een meetlat langs de deurpost.
A
mete
B
meten
C
meetten
D
maten

Slide 2 - Quizvraag

'Meten' is een sterk werkwoord. De verleden tijd is 'maten'.
Dit restaurant is gespecialiseerd in hutspot, boerenkool en andere ........ .


A
stampot gerechten
B
stamppotgerechten
C
stampotgerechten
D
stamppot gerechten

Slide 3 - Quizvraag

Het woord 'stamppot' is samengesteld uit twee woorden: stamp + pot. Er zijn twee p's na elkaar, ook al spreek je die niet allebei apart uit. 'Stamppotgerecht' is een samenstelling van twee zelfstandige naamwoorden en wordt aaneengeschreven.
Zonsopkomst en zonsondergang zijn een gevolg van de ........ van de aarde.


A
draaiing
B
draaing
C
draïng (trema op i)
D
draaiïng (trema op 2e i)

Slide 4 - Quizvraag

Er is geen trema nodig, omdat 'ii' niet als één klank kan worden uitgesproken.
Het jaarlijkse dorpsfeest is altijd een groot ........ .

A
spectakel
B
spectacle
C
spektakel
D
spektacel

Slide 5 - Quizvraag

Het woord 'spektakel' schrijven we met twee k's, in tegenstelling tot het woord 'spectaculair'.
Deze ruit is zeven ........ dik.


A
milimeter
B
millimeter

Slide 6 - Quizvraag

Het woord 'millimeter' schrijf je met 2x l. Het voorvoegsel 'milli' betekent 'duizendste deel'.
Zij had haar buikpijn ........ .


A
gevijnst
B
gevijnsd
C
geveinsd
D
geveinst

Slide 7 - Quizvraag

Het werkwoord 'veinzen' (doen alsof) schrijf je met korte ei. Omdat de z geen medeklinker in 't kofschip is, krijgt het voltooid deelwoord een d.
De breedsprakige man vertelde met ........ gebaren.


A
wijdse
B
weidse

Slide 8 - Quizvraag

Het woord 'weids' (ruim, groots) stamt oorspronkelijk van 'wei', dat vroeger 'jacht' betekende.
De nieuwe hit van Harry Styles is volop ........ .


A
gedownloaded
B
gedownload
C
gedownloadt

Slide 9 - Quizvraag

Het woord 'gedownload' is voltooid deelwoord van 'downloaden'. Hoewel 'download' oorspronkelijk een Engels woord is, komt er in het Nederlands geen extra 'ed' achter de ik-vorm. Je kunt aan 'ge' al zien dat het een Nederlands voltooid deelwoord is.
Er vielen hagelstenen ........ tennisballen.


A
ter groten van
B
ter grootten van
C
ter grootte van
D
ter grote van

Slide 10 - Quizvraag

'Ter grootte van' is een vaste uitdrukking. Het betekent: met de afmetingen van, zo groot als.
Veel dorpen hebben enkele ........ in het centrum.


A
cafés
B
cafees
C
café's

Slide 11 - Quizvraag

De s zit gewoon aan het woord vast, omdat de uitspraak van de laatste lettergreep hetzelfde blijft. De é blijft onveranderd.