3.1 Klimaten wereldwijd

3.1 Klimaten wereldwijd
Paragraaf 1, hoofdstuk 3, boek leerjaar 1
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.1 Klimaten wereldwijd
Paragraaf 1, hoofdstuk 3, boek leerjaar 1

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
Starten nieuw hoofdstuk
Uitleg 
Opdracht

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij Klimaat?

Slide 3 - Woordweb

Leerdoelen
  • Je weet welke klimaten op aarde voorkomen
  • Je begrijpt welke invloed breedteligging heeft op klimaten
  • Je kunt uitleggen waarom de begroeiing tussen de verschillende klimaten verschillend is

Slide 4 - Tekstslide

Toestand van de lucht op een bepaald moment op een bepaalde plaats: weer
Het gemiddelde weer over een periode van dertig jaar: klimaat

Slide 5 - Tekstslide

Breedteligging: De geografische ligging van een plaats ten opzichte van de evenaar, uitgedrukt in graden

Slide 6 - Tekstslide

Klimaten op lage breedte
Lage breedte: De afstand ten opzichte van de evenaar uitgedrukt in graden, waarbij de afstand onder de 30e graad ligt

Slide 7 - Tekstslide

Tropisch regenwoudklimaat:
  • bij de evenaar
  • altijd warm
  • het regent er bijna iedere dag
  • weinig verschil tussen seizoenen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Savanneklimaat:
  • ligt ten noorden en zuiden van het tropisch regenwoud
  • altijd warm
  • regentijd zorgt voor afwisseling, droge en natte periode in het jaar
  • er groeien bomen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Steppeklimaat:
  • grenst aan het savanneklimaat
  • wordt nooit echt koud
  • regentijd duurt korter dan in het savanneklimaat
  • groeien geen bomen meer

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Woestijnklimaat:
  • grenst meestal aan het steppeklimaat
  • overdag warm
  • erg droog, gemiddeld minder dan 250 mm neerslag per jaar
  • rotswoestijnen en soms alleen zand

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
Maken opdracht 1,2,3 van paragraaf 3.1

Slide 17 - Tekstslide

3.1 Klimaten wereldwijd
Paragraaf 1, hoofdstuk 3, boek leerjaar 1

Slide 18 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
Starten nieuw hoofdstuk
Uitleg 
Opdracht

Slide 19 - Tekstslide

Welk klimaat vind je alleen rond de evenaar?

Slide 20 - Open vraag

Welke kenmerken heef het Woestijnklimaat?

Slide 21 - Open vraag

Leerdoelen
  • Je weet welke klimaten op aarde voorkomen
  • Je begrijpt welke invloed breedteligging heeft op klimaten
  • Je kunt uitleggen waarom de begroeiing tussen de verschillende klimaten verschillend is

Slide 22 - Tekstslide

Gematigd zeeklimaat:
  • ligt in de nabijheid van zeeën en oceanen
  • verschil tussen zomer- en wintertemperatuur is niet zo groot
  • zomer- en winterseizoen

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Landklimaat:
  • zomer warm
  • winter koud
  • korter groeiseizoen vergeleken met gematigd zeeklimaat

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Toendraklimaat:
  • in de zomer komt de temperatuur boven 0 ⁰C in de winter onder 0 ⁰C
  • zomer duurt kort en de winter duurt lang
  • grond is lang bevroren
  • groeien geen bomen

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Poolklimaat:
  • temperatuur blijft altijd onder 0 ⁰C
  • op de hoogste toppen van de Alpen en de Himalaya ligt eeuwige sneeuw

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Tropischregenwoudklimaat
Landklimaat
Gematigd zeeklimaat

Slide 31 - Sleepvraag