Verkiezingen

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat vind jij?

Iedereen vanaf 12 jaar moet autorijles kunnen nemen

Slide 2 - Tekstslide

Democratie


Iedere 4 jaar VERKIEZINGEN

Slide 3 - Tekstslide

Wie mogen stemmen?

- iedereen met Nederlands paspoort


- iedereen van 18 jaar en ouder

Slide 4 - Tekstslide

Welke politieke partijen ken je?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Linkse partij

- iedereen gelijk
- overheid helpt 
- meer belasting nodig
Rechtse partij

- iedereen zelf verantwoordelijk
- weinig overheidsbemoeienis
- minder belasting nodig

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wat is het belangrijkste verschil tussen linkse en rechtse partijen?

Slide 10 - Open vraag

Wat is een lijsttrekker?
A
De baas van een politieke partij
B
Iemand die lijsten van de muur trekt
C
De kandidaat van een partij om minister president te worden
D
Het belangrijkste gezicht van de partij

Slide 11 - Quizvraag

Lezen: blz. 21 (blauwe tekst)

Maken: opdracht 4

Slide 12 - Tekstslide

Wat weet je van de Tweede Kamer?

Slide 13 - Woordweb

Wat leer je vandaag?
- hoeveel zetels de Tweede Kamer heeft
- hoeveel zetels nodig zijn voor een besluit
- wie is de regering?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

150 stoelen (zetels)

Verkiezingen >

Aantal stemmen
aantal zetels
(2021: 70000)

Hoeveel stemmen nodig voor een besluit?
Tweede Kamer

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Regering =
Koning en ministers

Slide 19 - Tekstslide

                   Kabinet Rutte IV
                                 VVD 34 zetels
                                 D66 24 zetels
                                 CDA 14 zetels
                   ChristenUnie 5 zetels

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

De Tweede Kamer heeft 150 zetels, hoeveel heb je minimaal nodig voor een meerderheid?
A
15
B
75
C
76
D
150

Slide 22 - Quizvraag

Waar kiezen we voor in maart 2025?
A
Minister-president
B
Leden Tweede Kamer
C
Leden Eerste Kamer
D
Koning

Slide 23 - Quizvraag

Waar stem je precies op?
A
Een persoon
B
Een partij
C
Een wet

Slide 24 - Quizvraag

Lezen: blz. 21 (blauwe tekst)

Maken: opdracht 4, 8 en 9

Slide 25 - Tekstslide

Stel jij mag ook een partij oprichten nu. Wat wordt je belangrijkste onderwerp?

Slide 26 - Open vraag

Dat was hem!

Slide 27 - Tekstslide