Haben, sein & werden

Formatief handelen
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Formatief handelen

Slide 1 - Tekstslide

Haben, sein & werden
Grammatik

Slide 2 - Tekstslide

Maak de juiste combinaties
sleep de werkwoorden naar het juiste persoonlijk voornaamwoord op de volgende dia's

Slide 3 - Tekstslide

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 4 - Sleepvraag

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 5 - Sleepvraag

Het werkwoord werden
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden

Slide 6 - Sleepvraag

Haben, sein oder werden?



Vergiss nicht, zu konjugieren (vervoegen)!

Slide 7 - Tekstslide

............... du stolz auf mich?
(sein)

Slide 8 - Open vraag

............ du auch zur Feier kommen?
(zullen)

Slide 9 - Open vraag

Die Stimmung .........immer besser. (worden)
A
werde
B
wirst
C
wird
D
werden

Slide 10 - Quizvraag

..........ihr wirklich jeden Abend Besuch?
(hebben)

Slide 11 - Open vraag


.............. du morgen 10 oder 14 ? (worden)
A
wirdst
B
wirst
C
bist
D
hast

Slide 12 - Quizvraag

........Sie oft im Ausland, Frau Neumann?
(zijn)

Slide 13 - Open vraag

Mein Familienname ....... Brechenmacher. (zijn)

Slide 14 - Open vraag

haben, sein und werden im Präteritum (o.v.t.)

Slide 15 - Tekstslide

Das Verb sein im Präteritum
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
war
warst
war
waren
wart
waren

Slide 16 - Sleepvraag

Das Verb haben im Präteritum
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
hatte
hattest
hatte
hatten
hattet
hatten

Slide 17 - Sleepvraag

Das Verb werden im Präteritum
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
wurde
wurdest
wurde
wurden
wurdet
wurden

Slide 18 - Sleepvraag

Slide 19 - Tekstslide

Noem het voltooid deelwoord van haben, sein en werden!

Slide 20 - Open vraag

Wer ......... 1978 geboren?
A
wird
B
wurde

Slide 21 - Quizvraag

........du das ganze Jahr fleißig?
A
war
B
warst
C
waren
D
wart

Slide 22 - Quizvraag

.........ihr schon vor dem Treffen nervös?
A
wurde
B
wurdest
C
wurden
D
wurdet

Slide 23 - Quizvraag

......ihr letztes Jahr in der Nachbarschaft viele Bekannte? (hebben)

Slide 24 - Open vraag

Auf welcher Dance-Party ....du am letzten Samstag? (zijn)

Slide 25 - Open vraag

Warum ......du gestern auf Nina böse.....? (worden)

Slide 26 - Open vraag

Du ....damals recht ..........., jetzt weiß ich es.

Slide 27 - Open vraag

Meine Cousine .....letzte Woche 16 Jahre alt ...... (worden)

Slide 28 - Open vraag

Meine Mutter ......gestern eine wichtige Verabredung. (hebben)

Slide 29 - Open vraag

Meine Nachbarin ....mit Herrn Offermann zusammen. (zijn)

Slide 30 - Open vraag

Denk über deine Antworten nach! Wie ging es?

TB Seite 21 bis 23
Aufgabe 10 (Präsens)
 Aufgabe 11 (Präteritum)
Aufgabe 12 (Präsens, Präteritum, Perfekt)
Aufgabe 13 (Präsens, Präteritum)
Aufgabe 16

Slide 31 - Tekstslide


Hoe vond je 
deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Noem 3 vormen van haben/sein of werden die je vandaag hebt geleerd!

Slide 33 - Open vraag


Na deze les, 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof

Slide 34 - Poll