02. Module dans

• Culturele en kunstzinnige vorming
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3

1. Lesopening/Lesdoel                  Les 2 module dans  

2. Terugblik                                       Les 1  

3. Instructie                                       Geschiedenis vd dans                             

4. Begeleid inoefenen                    x

5. Zelfstandig werken                   Brainstormen 

6. Evaluatie                                       Jouw mening

1. Lesopening/Lesdoel

Dansen bestond in de prehistorische tijden, ze hebben dat ontdekt door de tekeningen en tekens in grotten. In de tijd van de oude Grieken en Romeinen bleven de mensen dansen. In de Middeleeuwen schaften de kerk in Europa dansen af, maar toen de Renaissance kwam rond 1450 werd het weer populair. De eerste geschreven dansen komen uit het jaar 1670. Die werden geschreven aan het hof van Lodewijk de 16de door Louis Pecourt. En wanneer kun je een dans een dans noemen. Als je gewoon een beetje staat te swingen en te bewegen is dat net zo goed dansen als een ingestudeerde dans precies op de muziek. Tegenwoordig dansen de mensen wat losser en soepeler dan in vergelijking met de strakke vormen die in de 13de eeuw aan het hof werden geleerd. Mensen hebben altijd gedanst. Dansen doe je in een groep waarbij je leert om je lichaam te gebruiken om mooi te kunnen dansen. Voor sommigen is het een hobby, voor anderen een topsport.

1. Lesopening/Lesdoel

Kennismaken met de geschiedenis van de dans:

- Dans in de middeleeuwen

- Hofballet

- Romantisch Ballet

- Moderne dans

- Postmoderne dans

- Dans en jeugdcultuur

2. Terugblik 

Vorige les:

- Filmpje, wat weet jij al van dans?

- Het ontstaan van dans

- Dans als ritueel

- Dans als recreatieve dans

- Dans als vorm van communicatie

- Filmpjes, verschillende vormen van dans

3. Instructie

DANS IN DE MIDDELEEUWEN 

Veel rituelen werden langzamerhand ingelijfd in de christelijke cultuur. Zo ook de dansrituelen. Echter, het Memento Mori (gedenk te sterven) drukte een steeds grotere stempel op de Middeleeuwen. De kerk werd een machtig instituut en de geestelijken beloofden de mensen een zalig leven na de dood, tenminste als je vroom leefde! Daar paste volgens de kerk ‘dans’ niet meer in; zij predikte onder andere ‘ontkenning van het (zondige) lichaam’. 

Eeuwenlang al hadden mensen hun goden geëerd in de dans. Nu talrijke arme boeren als christenen door het leven gingen, dansten ze om God te eren. Een rondedans of reidans in de kerk, tijdens het zingen van een psalm, was dus heel gewoon. Mannen, vrouwen en priesters dansten vaak gezamenlijk, soms eerbiedig en ingetogen, maar meestal met een razende levenslust. In feite waren veel ‘heidense’ gebruiken in een christelijk jasje gestoken. Zo werd er met Allerheiligen en Allerzielen op het kerkhof gedanst, tijdens het kerstfeest danste men met lichtjes, met carnaval verkleedden mensen zich als dieren of als leden van de andere sekse. Deze feesten waren verkapte vormen van veel oudere Germaanse, Keltische en Gotische gebruiken. In de loop der tijd echter begon de kerk deze dansen te verbieden.

Hofballet 

Naast de boerenbruiloft-dans en andere folkloristische dansen ontstond aan het hof een verfijndere dans met ‘’beschaafdere’ bewegingen, passend in de etiquette van de adellijke dames en heren. Dansen werd dé manier om te laten zien dat je beschaafd was.
Deze hofdans heeft veel invloed gehad op de ‘uiteindelijke’ westerse dansvormen: van vele vormen van folkloristische dans tot klassieke dans . 

Het hofballet ontstond tegen het einde van de zestiende eeuw. Deze festijnen van dans, muziek en voordracht waren niet alleen een lust voor oog en oor, vaak waren ze op politiek en filosofisch gebied van symbolische betekenis. In de Barokperiode beleefde het hofballet een hoogtepunt onder koning Lodewijk XIV. Hij was een ballettomaan. In zijn jonge jaren trad hij graag op als sterdanser in de hofballet.

Tevens werd in deze periode al het prachtige van hier en nu belangrijk. Deze denkwijze en levenshouding - de Renaissance - verspreidde zich in de vijftiende eeuw door Europa. Carpe Diem (pluk de dag) kan hier als motto gelden, in tegenstelling tot het Memento Mori (gedenk te sterven) dat in de Middeleeuwen kenmerkt. 

Romantisch ballet

Het romantisch ballet kwam tot grote bloei in Frankrijk in de periode 1820-1870. Van daar uit verspreidde het romantische ballet zich over Europa. Naast Parijs werd Milaan een belangrijk balletcentrum. Frankrijk bleef gedurende een halve eeuw evenwel de spil van romantische vernieuwing. Toen de fakkel van het romantische ballet werd overgebracht naar Rusland werd het verder ontwikkeld. Onder gezag van de tsaren kwam het ballet in de tweede helft van de 19e eeuw aan het theater in Sint-Petersburg en Moskou tot bloei. Vooral de Fransman choreograaf Marius Petipa heeft een belangrijke rol gespeeld: hij gaf het romantisch ballet een klassieke stempel. Nog steeds staan hun klassieke sprookjesballetten: La Bayadère, Doornroosje, Het zwanenmeer en de Notenkraker op het repertoire van balletgezelschappen. 

In de Romantiek hielpen deze dansstukken ook om even ‘weg’ te zijn uit de dagelijkse beslommeringen door middel van de exotische situering en vaak onwezenlijke personages in de balletten. Tegenwoorden zijn het meer familievoorstellingen vanwege de verbeeldingsrijke en fantasievolle thema’s, de fantastische ballettechniek en de makkelijk te volgen verhaallijn.

Het klassieke ballet kun je aan een paar dingen herkennen:

•  de vormen en patronen zijn elegant en mooi: de patronen zijn precies omschreven. 
• De dansers lijken heel licht en zweven door de lucht alsof er geen zwaartekracht is. 
•  Meerstal gaat het om een verhaal met verschillende personen.
•  De dansers dragen speciale kleding die de bewegingen duidelijk laten zien (bijvoorbeeld een tutu)
• Er worden speciale schoenen gedragen om op de punten van de tenen te kunnen dansen, de spitzen. 
  
  
• Een dans voor twee mensen noemen we een pas de deux. 
  
  
• De danseres met de hoofdrol en veel solodansen in het stuk heet de prima ballerina.

https:

In de Romantiek hielpen deze dansstukken ook om even ‘weg’ te zijn uit de dagelijkse beslommeringen door middel van de exotische situering en vaak onwezenlijke personages in de balletten. Tegenwoorden zijn het meer familievoorstellingen vanwege de verbeeldingsrijke en fantasievolle thema’s, de fantastische ballettechniek en de makkelijk te volgen verhaallijn.

5. Zelfstandigwerken

Brainstormen voor de opdracht die komen gaat. 

Zoals jullie in de planning hebben gezien gaan we de laatste twee lessen van dans aan de slag met het maken van een poster.

Omdat er nu tijd is en je dan even wat anders hebt dan de theorie krijg je deze tijd om te brainstormen of al vast te beginnen met ontwerpen

Opdracht: Jij gaat een reclameposter maken voor een dansfeest of festival. 

Je mag zelf kiezen welke dansstijl het is als deze maar duidelijk is in je poster. Het mogen ook meerdere dansstijlen zijn. 

Formaat : A3 

Thema: Dansfeest of Festival 

Doel: Reclame maken voor het feest/festival, het moet de aandacht trekken en mensen moeten zin hebben om naar het feest toe te gaan. 

waar moet je poser aan voldoen: 

- Titel van het festival/feest
-

 Dansstijl moet zichtbaar zijn

 - Datum en tijd 

- Locatie

 - eventueel artiesten die er zullen zijn 

CREATIVITEIT WORDT BELOOND

6. Evaluatie

Wat is je bij gebleven van deze les?

Wat is jouw mening over hoe er vroeger tegen dans aangekeken werd?