Les 8: Honderdsten van seconden

Hoe zat het ook alweer?
Uit hoeveel minuten bestaat een uur?

Uit hoeveel secondes bestaat een minuut?

Hoeveel secondes zitten er in een uur?
1 / 9
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenSpeciaal OnderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 9 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoe zat het ook alweer?
Uit hoeveel minuten bestaat een uur?

Uit hoeveel secondes bestaat een minuut?

Hoeveel secondes zitten er in een uur?

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?
Hoe noemen we getallen als 0,23 en 3,4?

Hoe noemen we getallen als 3/4 en 7/10?

Wat is de overeenkomst tussen 0,5 en 1/2?

Slide 2 - Tekstslide

Deze week: Secondes
Maandag: Klokkijken met secondes.
Dinsdag: Tijdsduur uitrekenen met secondes
Woensdag: Rekenen met honderdsten van secondes
Donderdag: Tijdsduur berekenen in context.
Vrijdag: Afronden secondes + herhaling

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
Ik kan rekenen met honderdsten van seconden.

Slide 4 - Tekstslide

Honderdsten van seconden.
Bij sportwedstrijden zijn de verschillen te klein om met secondes weer te geven.

We delen een seconde dan op in honderdsten.

We noemen dit een honderdste van een seconde.

Slide 5 - Tekstslide

Honderdsten van seconden
Een honderdste van een seconde kan je schrijven als breuk en als decimaal getal.

Als breuk: 1/100

Als decimaal getaal: 0,01

Slide 6 - Tekstslide

Honderdsten van seconden
De honderdsten staan achter de komma.

Bijvoorbeeld:
10:12:54,36

10 uur, 12 minuten, 54 seconden en 36 honderdsten.


Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag
We doen opdracht 1 en 2 gezamenlijk.

Opdracht 3 t/m 7 maak je zelfstandig.

Ben je klaar? Ga verder met opdracht 8 t/m 10.

Opdracht 11 maken we gezamenlijk bij de afronding.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 11
Drie piloten willen elkaar precies om 12:00:00 ontmoeten.

Piloot A doet er vanaf de start 15:20 minuten over.
Piloot B doet er 20,30 seconden langer over.
Piloot C doet er nog 18 seconden langer over dan piloot B.

Hoe laat moet Piloot C vertrekken om op tijd te zijn?

Slide 9 - Tekstslide