HAVO 3 30 oktobern Stepping stones chapter 2

HAVO 3  chapter 2
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

HAVO 3  chapter 2

Slide 1 - Tekstslide

Instructions
Translate the underlined words to English or Dutch. 
Mind your spelling!

Slide 2 - Tekstslide

a stone's throw

Slide 3 - Open vraag

ghost town

Slide 4 - Open vraag

lawsuit

Slide 5 - Open vraag

testify

Slide 6 - Open vraag

vulnerable

Slide 7 - Open vraag

restricted

Slide 8 - Open vraag

perpetrator

Slide 9 - Open vraag

beschuldigd worden van

Slide 10 - Open vraag

ergens goed over nadenken

Slide 11 - Open vraag

beveiliging

Slide 12 - Open vraag

per ongeluk

Slide 13 - Open vraag

hulpverleners

Slide 14 - Open vraag

charged with

Slide 15 - Open vraag

crime scene

Slide 16 - Open vraag

convicted

Slide 17 - Open vraag

punishment

Slide 18 - Open vraag

evacuate

Slide 19 - Open vraag

escape

Slide 20 - Open vraag

intruder

Slide 21 - Open vraag

robbery

Slide 22 - Open vraag

vandalism

Slide 23 - Open vraag

victim

Slide 24 - Open vraag

rijk

Slide 25 - Open vraag

repetitie

Slide 26 - Open vraag

dagelijks

Slide 27 - Open vraag

in hechtenis

Slide 28 - Open vraag

aankunnen

Slide 29 - Open vraag

geweld

Slide 30 - Open vraag

tegelijkertijd

Slide 31 - Open vraag

belegging, investering

Slide 32 - Open vraag

past perfect
Voltooid verleden tijd
gebeurtenis in het verleden voor een andere gebeurtenis in het verleden
had + voltooid deelwoord (=ww+ed of 3e vorm irr.verbs)

Slide 33 - Tekstslide

Make past perfect:
He ....... (see) her the week before.

Slide 34 - Open vraag

When my mother arrived, the party ..... (already, begin).

Slide 35 - Open vraag

They ..... (never study) English before they went to school.

Slide 36 - Open vraag

I went downstairs after I ..... (lay) the present on the bed.

Slide 37 - Open vraag

translate
Now translate the whole sentence. How do we say the past perfect in Dutch?

Slide 38 - Tekstslide

He had gone inside.

Slide 39 - Open vraag

He had stolen the present (=cadeau).

Slide 40 - Open vraag