Spelling, paragraaf 5, bijvoeglijk naamwoord, met of zonder n?

Socialiseren
Pak je leesboek, laptop (dicht), lesboek , pen en schrift. 

- tas op de grond

timer
5:00
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Socialiseren
Pak je leesboek, laptop (dicht), lesboek , pen en schrift. 

- tas op de grond

timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

deze les
- oefenen voor de toetsweek=Cursus 7 Spelling
§1 t/m §5

- §5 herhaling

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Cursus 7 Spelling
§5         

Bijvoeglijk naamwoord en 

Slide 4 - Tekstslide

Vandaag 

  • Uitleg bijvoeglijke naamwoorden en oefenen 
  • Filmpje bijvoeglijk naamwoord en oefenen
  • Uitleg voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord en oefenen
  • Huiswerk 



Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Lesdoel
  •  Je kan werkwoordspelling toepassen (ook van Engelstalige werkwoorden). 

  • Je weet wat een bijvoeglijk naamwoord is ((en wat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is.

  • Je kan een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruiken.


Slide 7 - Tekstslide

Ik weet nu al wat een bijvoeglijk naamwoord is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Poll

Bijvoeglijk naamwoord
  • Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.   

De blauwe schoen.


Slide 9 - Tekstslide

Dian schreef een keurige mail.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
schreef
B
een
C
keurige
D
Dian

Slide 10 - Quizvraag

Het oude huis staat op een berg.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
oude
B
berg
C
staat
D
huis

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Wat zijn voorbeelden van stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden?
A
Lieve, drukke, mooi
B
Ijzeren, gouden, wollen

Slide 13 - Quizvraag

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
  • Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord zegt van welk materiaal het zelfstandig naamwoord gemaakt is. Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord eindigt op -en. 

Een zilveren ring


Uitzondering: Als het bewerkt materiaal is, schrijf je alleen het woord.
De tas is van plastic.
Het is een plastic tas. Dus geen plasticEN tas. 

    Slide 14 - Tekstslide

    Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden NIET op -en:
    Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden WEL op -en:

    Slide 15 - Tekstslide

    Welke woorden zijn stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden?
    A
    blauw, hard en scherp
    B
    licht, oude en vieze
    C
    stalen, leren en kantoenen

    Slide 16 - Quizvraag

    Wat is geen stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
    A
    Glazen
    B
    Natte
    C
    Papieren
    D
    Stalen

    Slide 17 - Quizvraag

    Wat zijn 2 stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden?
    A
    mooie en vieze
    B
    papieren en vieze
    C
    rode en gouden
    D
    kunststof en katoenen

    Slide 18 - Quizvraag

    Wat is geen stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
    A
    riet
    B
    wol
    C
    goud
    D
    ovaal

    Slide 19 - Quizvraag

    1. Een gouden kettinkje.
    2. De drukke hond
    Wat zijn de bijvoeglijk naamwoorden?
    A
    kettinkje + hond
    B
    gouden +hond
    C
    drukke+ gouden
    D
    hond+ kettinkje

    Slide 20 - Quizvraag

    Wij hebben thuis een eiken tafel en een rieten dak. Wat zijn (stoffelijk) bijvoeglijke naamwoorden?
    A
    Thuis en dak
    B
    Eiken en rieten
    C
    hebben en tafel

    Slide 21 - Quizvraag

    Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
    Je kunt ook een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruiken.
    Het eten is aangebrand
     Het aangebrande eten.

    Je schrijft het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord zo kort mogelijk.

    Slide 22 - Tekstslide

    Het schilderij is gestolen.
    Het ... schilderij.

    Slide 23 - Open vraag

    Het huis is afgebrand.
    Het ... huis.

    Slide 24 - Open vraag

    Zelfstandig aan het werk B/K
    Wat
    Cursus 7, Spelling, paragraaf 5, 
    met of zonder n?,  alle opdrachten
    Hoe
    1. zelfstandig= stil   
    Hulp
    vraag /hand opsteken 
    Tijd
    20 minuten 
    uitkomst
    niet af= huiswerk voor volgende les
    Klaar
    start met §6 spellingsalarm/
    ander vak/  lekker lezen
    timer
    20:00

    Slide 25 - Tekstslide

    Dat was het!
    Tot de volgende keer :-)

    Slide 26 - Tekstslide

    Huiswerk kader 3
    Paragraaf 4.8 Spelling
    Opdracht: 2, 4abc, 5, 6abc, 7




    Slide 27 - Tekstslide

    Huiswerk basis 3
    Paragraaf 4.8 Spelling
    Opdracht: 3,4,6, 8a

    Slide 28 - Tekstslide

    Feedback voor mij
    Ga je naar je camera en scan deze code

    Slide 29 - Tekstslide