SCC-gewilde beweging of reflex

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

De zenuwcel die een impuls van een tastzintuigje in je huid naar het ruggenmerg brengt is een:
A
schakelneuron
B
motorisch neuron
C
sensorisch neuron

Slide 4 - Quizvraag

De zenuwcel die een impuls van het ruggenmerg naar een armspier brengt is een:
A
schakelneuron
B
motorisch neuron
C
sensorisch neuron

Slide 5 - Quizvraag

De grijze stof in het ruggenmerg bestaat uit:
A
dendrieten en cellichamen
B
cellichamen en axonen
C
enkel cellichamen
D
enkel axonen

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Welke delen van het zenuwstelsel werken mee bij het naar je mond brengen van een frisdrank? Noteer ze in de juiste volgorde.
Je start bij de prikkel 'fotoreceptoren in oog registreren lichtprikkel' en eindigt bij de reactie 'het grijpen van het glas'.

Slide 9 - Open vraag

Een glas naar je mond brengen is een
A
willekeurige beweging
B
onwillekeurige beweging

Slide 10 - Quizvraag

willekeurig betekent:

Slide 11 - Open vraag

1
2

Slide 12 - Tekstslide

impuls
impuls
impuls
impuls
impuls

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Welk is geen ongewilde (=reflex) beweging?
A
oogleden sluiten bij een plots naderend voorwerp
B
je voet terugtrekken wanneer je in glas trapt
C
terugslaan van de bal bij een tenniswedstrijd
D
pupil die groter en kleiner wordt

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Welke weg legt een impuls af bij de terugtrekreflex wanneer je een warm voorwerp aanraakt?
Je start bij de prikkel en eindigt bij de reactie!

Slide 18 - Open vraag

Wat is er bij een reflex anders dan bij een gewilde beweging?

Slide 19 - Open vraag

Wat is het voordeel van deze kortere weg?

Slide 20 - Open vraag

1
2

Slide 21 - Tekstslide

impuls
impuls
impuls
impuls

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide


a. Grote hersenen wel / niet betrokken omdat ...
b. Grote hersenen wel / niet betrokken omdat ...
c. Grote hersenen wel / niet betrokken omdat ...

Slide 24 - Open vraag

Oefeningen
  • maak een samenvatting met de vragen uit deze pp en zet een foto in de uploadzone
  • maak opdracht 21, 22 p. 127
  • maak test jezelf p. 140, 141 opdracht 24 en 25 

Slide 25 - Tekstslide