MM 2G - 3.1 Wetten en regels (les 2)

Welkom
Mens en Maatschappij
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Mens en Maatschappij

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 3 Wat mag wel en wat mag niet?
Start
Lesdoel 
  • Je weet wat rechten en plichten zijn.
  • Je kent het verschil tussen een overtreding en een misdrijf.
  • Je weet hoe het Nederlandse rechtssysteem in elkaar steekt.



Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 3 Wat mag wel en wat mag niet?
3.1 Wetten en regels
Leerdoel
  • Je weet wat rechten en plichten zijn.
  • Je weet wat strafbare feiten en misdaden/misdrijven zijn en wat gedogen betekent. 

Herhaling
  • Rechten bepalen wat ___________. Plichten bepalen wat ___________.
  • Inwoners van een land noemen we ___________.
  • Overtreding is een ___________ strafbaar feit. Misdaad/misdrijf is een ___________ strafbaar feit.
  • Gedogen = ___________.

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdstuk 3 Wat mag wel en wat mag niet?
3.1 Wetten en regels
Leerdoel
  • Je weet wat rechten en plichten zijn.
  • Je weet wat strafbare feiten en misdaden/misdrijven zijn en wat gedogen betekent. 

Opdracht
  • Nakijken opdracht 1-5.

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdstuk 3 Wat mag wel en wat mag niet?
3.1 Wetten en regels
Herhaling
  • In een rechtsstaat zijn de rechten (bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting) en plichten  van burgers (bijvoorbeeld regels in het verkeer) én de overheid (bijvoorbeeld huiszoekingen) vastgelegd in wetten. 

Kijk mee...
  • Sommige rechten zijn minder vanzelfsprekend dan je denkt.

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Hoofdstuk 3 Wat mag wel en wat mag niet?
3.1 Wetten en regels
Leerdoel
  • Je weet wat er gebeurt als iemand voor de rechter komt.
  • Je kent het verschil tussen strafrecht en burgerlijk recht.

Uitleg
  • Mensen die worden verdacht van een strafbaar feit krijgen te maken met strafrecht.
  • De officier van justitie probeert te bewijzen dat iemand schuldig is (getuigen, bewijsmateriaal politie).
  • De advocaat staat de verdacht bij door te bewijzen dat hij onschuldig is of door te pleiten voor een zo laag mogelijk straf.

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdstuk 3 Wat mag wel en wat mag niet?
3.1 Wetten en regels
Leerdoel
  • Je weet wat er gebeurt als iemand voor de rechter komt.
  • Je kent het verschil tussen strafrecht en burgerlijk recht.

Uitleg
  • De rechter onderzoekt of de verdachte schuldig is en bepaalt de straf (boete, werkstraf, gevangenisstraf).
  • Als de dader van een zwaar misdrijf geestelijk ziek is, wordt de dader verplicht behandeld in een psychiatrische kliniek. Deze strafvorm heet terbeschikkingstelling (tbs).
  • Als een veroordeelde of de officier van justitie het niet eens is met de beslissing van de rechter, kan hij of zijn in hoger beroep gaan.

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdstuk 3 Wat mag wel en wat mag niet?
3.1 Wetten en regels
Leerdoel
  • Je weet wat er gebeurt als iemand voor de rechter komt.
  • Je kent het verschil tussen strafrecht en burgerlijk recht.

Uitleg
  • Mensen die het ergens over oneens zijn (bijvoorbeeld bij overlast of schade) kunnen ook naar de rechter stappen. Zij krijgen te maken met burgerlijk of civiel recht.

Kijk mee...
  • Het verschil tussen strafrecht en burgerlijk recht.

Slide 9 - Tekstslide

0

Slide 10 - Video

Hoofdstuk 3 Wat mag wel en wat mag niet?
3.1 Wetten en regels
Leerdoel
  • Je weet wat er gebeurt als iemand voor de rechter komt.
  • Je kent het verschil tussen strafrecht en burgerlijk recht.

Opdracht
  • Lees de theorie.
  • Maak opdracht 6-13.

  • Herhaal de theorie.
  • Maak online cursustoets 3.1.

Slide 11 - Tekstslide

Hoofdstuk 3 Wat mag wel en wat mag niet?
Afsluiting
Lesdoel 
  • Wat zijn de belangrijkste kenmerken van de Nederlandse rechtsstaat?
  • Waaraan merk je dat je in een rechtsstaat leeft?


Slide 12 - Tekstslide