Zoeken op internet

Zoeken op het internet
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformaticaMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Zoeken op het internet

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
  • Leerdoelen;
  • Zoekmachines;
  • Minder zoek resultaten;
  • Quiz;
  • www.digit-vo.nl->

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen van vandaag?
We kunnen aan het einde van deze les onze zoekopdrachten in zoekmachines verfijnen/verbeteren?
We kunnen aan het einde van de les resultaten in google vinden door gebruik te maken van zoekhulpmiddelen?

Slide 3 - Tekstslide

Hoe vind je informatie
op internet?

Slide 4 - Woordweb

Webbrowsers
Om de gewenste informatie te vinden heb je een zoekmachine nodig, hieronder zie je enkele voorbeelden.

Slide 5 - Tekstslide

Internet Explorer
Safari
Microsoft Edge
Mozilla Firefox
Google Chrome

Slide 6 - Sleepvraag

Zoek in kernwoorden
- zoek in relevante kernwoorden
bv: hoofdpijn        -> levert 10.100.000 zoekresultaten op(google).
oorzaken hoofdpijn -> levert 927.000 zoekresultaten op.
"oorzaken hoofdpijn"-> levert 91.800 zoekresultaten op. 
"oorzaken hoofdpijn" - ik heb pijn in mijn hoofd -> levert 1.210 zoekresultaten op.
- We vinden dus beter wat we willen met de juiste zoek termen!

Slide 7 - Tekstslide

Gebruik van Zoekhulpmiddelen
Bijvoorbeeld door te zoeken op :
-Afbeeldingen; 
-Video;
-of anders.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Gericht zoeken

Slide 10 - Tekstslide

Automatisch aanvullen
In zoekmachine en in webbrowser

Slide 11 - Tekstslide

Zoekhulpmiddelen

Slide 12 - Tekstslide

Zoekhulpmiddelen
- " " gebruiken
- * gebruiken
-Plaats @ vóór een woord om op social media te zoeken. Bijvoorbeeld: @twitter
-Plaats $ vóór een getal. Bijvoorbeeld: camera $400.
-Plaats # vóór een woord. Bijvoorbeeld: #durftevragen


Slide 13 - Tekstslide

Zoekhulpmiddelen
-Plaats - vóór een woord dat je wilt weglaten. Bijvoorbeeld: jaguar snelheid -auto
-Plaats .. tussen twee getallen. Bijvoorbeeld: camera $50..$100.
-Plaats 'OR' tussen twee zoekopdrachten. Bijvoorbeeld: marathon OR race.
-Plaats site: vóór een site of domein. Bijvoorbeeld: site:youtube.com of site:.gov.

Slide 14 - Tekstslide

Ik wil een schilderij zien van Rubens maar ik weet of het Peter of Pieter is en wat was die 2e naam weer? Welke zoekopdracht geef je in?
A
Peter OR Pieter* Rubens
B
Peter, Pieter, ?,Rubens
C
Rubens
D
Schilder Rubens

Slide 15 - Quizvraag

Welk teken vul je in om een hashtag te zoeken?
A
B
$
C
#
D
@

Slide 16 - Quizvraag

Ik zoek een smartphone met een prijs tussen 100€ en 180€. Wat vul ik in?
A
Smartphone $100...$180
B
Smartfoon tssn 100 en 180
C
Smartphone €100...€180
D
Smartphone 100€...180€

Slide 17 - Quizvraag

Vind de namen van Napoleon's ouders
Denk na over hoe je de zoekopdracht kan samenstellen!

Slide 18 - Tekstslide

Napoleon namen van zijn ouders

Slide 19 - Tekstslide

Maken h2
Ga naar --> www.digit-vo.nl
Informatievaardigheden
H2


Slide 20 - Tekstslide

Dit heb ik nog niet begrepen

Slide 21 - Open vraag