Latijn - overzicht

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Latijn

Welke naamval heeft de uitgangen:
-us -i, -a -ae, -um -a

1. nominativus
2. genitivus
3. dativus
4. accusativus

Wat is de hoofdfunctie van een nominativus?

1. lijdend voorwerp
2. onderwerp
3. meewerkend voorwerp
4. bezit

welke naamval heeft de uitgangen:
-um -os, -am -as, -um -a

1. nominativus
2. accusativus
3. genitivus
4. dativus

Wat is de hoofdfunctie van een accusativus?

1. lijdend voorwerp
2. onderwerp
3. meewerkend voorwerp
4. bezit

Welke naamval heeft de uitgangen:
- i -orum, -ae -arum, -i -orum

1. accusativus
2. nominativus
3. genitivus
4. dativus

Wat is de hoofdfunctie van de genitivus?

1. bezit
2. onderwerp
3. lijdend voorwerp
4. meewerkend voorwerp

Welke naamval heeft de uitgangen:
-o -is, -ae -is, -o -is

1. accusativus
2. nominativus
3. genitivus
4. dativus

Wat is de hoofdfunctie van de dativus?

1. bezit
2. onderwerp
3. lijdend voorwerp
4. meewerkend voorwerp

Welke tijd heeft de uitgangen:
-o -s -t -mus -tis -nt

1. praesens (tegenwoordig)
2. imperfectum (verleden tijd)
3. perfectum (verleden tijd)

Welke tijd heeft de uitgangen:
- i -isti -it -imus -istis -erunt

1. praesens
2. imperfectum
3. perfectum

Wat wordt er aan de stam toegevoegd aan het imperfectum?

1. v
2. u
3. ba